Drie Brugse automecaniciens en hun baas trekken naar het hart van Afrika. Ze gaan werken in een van de typisch Afrikaanse bushgarages in Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. Hun eerste kennismaking met de Afrikaanse manier van leven drukt hen meteen met de neus op de feiten. De taxi die hen naar de bushgarage zal brengen, lijkt in de ogen van de Belgische mecaniciens rijp voor de sloop, maar is voor hun Burkinese collega’s perfect rijwaardig. Ze kunnen nauwelijks geloven dat het vehikel hen heelhuids ter plaatse zal krijgen. De jolige toon van de Bruggenaars slaat snel om eens ze bij hun gastgezin aankomen. De armoede van de gastvrije familie zet hen in één klap met beide voeten op de grond. De overweldigende vriendelijkheid van het gezin staat in scherp contrast met hun schamele bezittingen. 'Onze kinderen hebben alles, en zij, zij hebben niets', ontvalt een van de mecaniciens. Maar de grootste verrassing moet nog komen; de garage zelf is een onoverzichtelijke verzameling van onderdelen. De mecaniciens zijn verbaasd over de creativiteit en het vakmanschap van hun Afrikaanse collega’s. Maar in Burkina geldt dan ook maar één devies: 'On doit le faire comme ça, on n’a pas le choix.'
Kraamkliniek Sotomayor in Ecuador krijgt er gedurende een week vier gemotiveerde collega's bij: drie vroedvrouwen en een gynaecoloog uit Aalst. De vier Belgen kunnen er aan den lijve ondervinden hoe hun beroep in het flamboyante Zuid- Amerikaanse land wordt beoefend. De teamleden kunnen hun ogen nauwelijks geloven wanneer ze door het ziekenhuis rondgeleid worden: 'Het lijkt hier wel een kraamfabriek.' Vrouwen bevallen hier als aan de lopende band naast elkaar, zonder enige vorm van privacy of begeleiding. Soms gebeurt het zelfs dat twee of drie kinderen tegelijk worden geboren, op nauwelijks enkele vierkante meter. De vroedvrouwen schrikken als ze horen wat de gemiddelde leeftijd van de jonge moeders is. Die ligt op zeventien jaar, maar mama’s van dertien of veertien jaar zijn er geen uitzondering. Maar ook de hartelijke kennismaking met hun gastgezin is revelerend: 'Ik voel me hier echt een luxepaardje.' Vooral de kracht en levensmoed van hun collega’s en de wijze waarop ze in Ecuador het leven omhelzen, is voor de vroedvrouwen inspirerend. De samenwerking tussen de Westerse knowhow en de zuiderse spirit wordt een uitwisseling in twee richtingen.
Vier zeebonken uit Zeebrugge zeggen de Noordzee een tijdje vaarwel om in Togo te gaan vissen. De parel van West-Afrika zit vol verrassingen; er wacht hen geen hoogtechnologische boot, maar een kleine vissersprauw. De Belgische vissers zijn van geen kleintje vervaard en het harde vissersleven schept een band tussen de Belgen en Togolezen, maar de Zeebruggelingen voelen zich even cruisetoeristen als ze zien hoe volhardend er in Togo gevist wordt. De Noordzeevissers kunnen nauwelijks vatten hoeveel moeite er gedaan wordt om enkele vissen aan land te halen. De strijd die mensen moeten leveren om gewoon te overleven en de levenslust waarmee dat gepaard gaat, slaat hen met verstomming. Vissers staan in België bekend als een bikkelhard volk dat ontberingen niet schuwt. Maar de kennismaking met het levensgevaarlijke vissersleven in Togo is voor de Belgen een ervaring waar ze heel stil en nederig van worden. 'Zo'n mooie mensen, dat kan je niet geloven als je het zelf niet gezien hebt...'
Vier leden van het team van Kasteel Plus, het centrum voor integrale verslavingszorg in Sint-Denijs-Westrem, brengen een bezoek aan hun collega's in Thailand.
Vier Belgische boeren laten hun koeien 1 week achter en gaan de uitdaging van hun leven aan: samen leven en werken met de cowboys van een Braziliaanse boerderij. Al snel wordt duidelijk dat de boerenstiel in Brazilië heel wat harder is dan hier in België en daar hebben de boeren het niet altijd makkelijk mee. Het brandmerken van vee is voor hen net een brug te ver en ook bij het slachten worden de emoties hen soms te veel: 'Emotioneel kan ik dat niet, met een mes de stal ingaan en een koe slachten. Thuis zetten we ze op een vrachtwagen en zie je het niet gebeuren.' Maar de overweldigende natuur en de unieke relatie tussen mens en dier doet hen snel in eigen boezem kijken: 'Hier kunnen ze nog duizend jaar boeren met respect voor de natuur! In Europa kunnen we dat niet meer.' Het maakt hen stil en doet de boeren nadenken over de dagelijkse ratrace waar ze al zo lang in meedraaien.
Vier Belgische spoorwegmedewerkers gaan gedurende één week aan de slag bij Hekurudha Shqiptare, het Albanese equivalent van de NMBS.
De manager van een prestigieus viersterrenhotel in Sint-Laureins reist met 3 personeelsleden naar het levendige Burkina Faso. Ze gaan er - ver van alle luxe - werken in een typisch Afrikaans hotel.
Vier leerkrachten laten hun digitaal schoolbord een week voor wat het is en trekken de bergen van Nepal in. Al snel wordt duidelijk dat er geen middelen zijn, enkel gemotiveerde leerkrachten. Onze Belgen hebben het moeilijk met de levensomstandigheden en het ontbreken van elke mogelijke vorm van lesmateriaal.
Vier manègehouders gaan een week aan de slag in de stallen van maharadja Kanwar Raghuvendra Singh. In het landelijke Rajasthan worden de temperamentvolle Marwaripaarden getraind om te dansen op de vele festivals en huwelijksfeesten. Onze Vlaamse paardenliefhebbers helpen mee met de trainingen volgens de oeroude traditie, al vinden ze niet alle methodes even diervriendelijk.
Vier Antwerpse brandweermannen reizen naar de miljoenenstad Delhi in het noorden van India. Daar moeten ze meedraaien in een van de 55 brandweerkazernes van die metropool, die dagelijks geteisterd wordt door tientallen branden. Samen met hun lokale collega’s zullen de Belgische blussers dag en nacht in de kazerne of bijbehorende appartementjes verblijven, want in Delhi ben je 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 brandweerman. En dat zonder brandwerende pakken of adembescherming, maar in eenvoudige katoenen uniformen. De verkeerschaos in Delhi is ongezien; niemand gaat er aan de kant voor de hulpdiensten en de overbevolkte stad telt honderden sloppenwijken met nauwe steegjes waar de pompiers met de bluswagen niet geraken. Het Indiase inferno zal het Belgische team nog lang bijblijven.
Houthakken is meer dan alleen maar bomen vellen. Het aanbrengen van springladingen in nieuw ontginningsgebied is niet zonder risico.
De Braziliaanse stad Belèm staat op de tiende plaats in de lijst van de gevaarlijkste steden ter wereld. De stad, die ook wel de toegangspoort tot de Amazone wordt genoemd, wordt geplaagd door bendegeweld, carjackings en overvallen. Dagelijks worden er gemiddeld drie mensen vermoord. Vier Leuvense politieagenten gaan in Belèm op pad met de arm der wet, die verantwoordelijk is voor de ordehandhaving in de gevaarlijke stad. Daar is geen sprake van een gemoedelijke, modererende aanpak; ze gaan tot het uiterste om de misdaad te bestrijden en van Belèm weer een veilige stad te maken.
De Vlaamse vuilnismannen krijgen enorm veel respect voor de Roma wanneer zij aan den lijve ondervinden hoe zwaar recyclage wel is.
Leeuwen, tijgers en beren aanraken, voeden en knuffelen: de Argentijnse Lujan Zoo slaat elke bezoeker met verstomming. De aanpak van de dierentuin staat haaks op de visie van vier dierenverzorgers van de ZOO Antwerpen en Planckendael, maar zet hen tegelijk ook aan het nadenken.
Elke dag vertrekken truckchauffeurs uit de Surinaamse hoofdstad Paramaribo met hun oude Britse legertrucks om de goudmijnen in het binnenland te gaan bevoorraden met brandstof. Deze truckers krijgen het gezelschap van vier vrachtwagenchauffeurs uit Mechelen. De teams proberen zich aan een slakkengangetje een weg te banen door de dichte jungle. Verharde wegen zijn er amper: zeeën van modder zijn hier de standaard. Vier dagen zijn ze non-stop onderweg, zonder enige vorm van luxe. Het is nog maar de vraag of de Belgische vrachtwagenchauffeurs dit helse werk aankunnen.
Vier collega-steenbakkers uit een moderne, Vlaamse steenbakkerij reizen naar India. De Indiase baksteenindustrie is na China de grootste ter wereld: verspreid over het hele land liggen zo’n 100.000 steenbakkerijen waar meer dan 4 miljoen mensen tewerkgesteld zijn. Baksteenproductie is één van de oudste industrieën ter wereld, maar is in India over de eeuwen heen amper veranderd. Voor de Vlaamse steenbakkers lijkt het een reis terug in de tijd, want hier worden stenen nog gebakken op dezelfde manier als 3000 jaar geleden: elke steen wordt hier nog manueel gefabriceerd, de arbeiders hebben geen veiligheidskledij en van machines is geen sprake. Ze verdienen slechts een habbekrats en de term ‘slavenarbeid’ is niet ontoepasselijk. Het is maar de vraag of de Belgische collega’s zich in deze nare omstandigheden staande kunnen houden.
Het North Cemetery in de Filipijnse hoofdstad Manila is een dorp op zich: meer dan 10.000 arme Filipinos hebben van dit kerkhof hun thuis gemaakt: ze wonen met hun hele gezin in de tombes en mausolea en verdienen de kost met het onderhoud van de begraafplaats en de grafstenen, het maken van nieuwe graven en het leeghalen van bestaande tombes. Vier grafdelvers laten voor een week de Vlaamse begraafplaatsen achter en verkassen naar deze macabere leefomgeving, waar de bewoners hun moeilijk situatie trotseren met de glimlach.
Vier collega’s van Infrabel reizen naar Sachalin: een eiland in het Russische Verre Oosten. 150 dagen per jaar duiken de temperaturen hier onder het vriespunt en de winters zijn bar koud. De sporen hebben erg te lijden onder het koude weer en het zwaar transport. Werk genoeg dus, voor de Belgische medewerkers, want de Russische spoorarbeiders hebben hun handen vol met het sneeuw- en ijsvrij houden van de sporen en het herstellen van gebroken rails. Maar het zware fysieke werk houdt de arbeiders warm in deze ijskoude temperaturen.
Het land van salsa, sigaren en rum wordt voor een week lang de nieuwe werkplek voor vier Vlaamse cultuurmedewerkers. Ze trekken naar het historische stadje Trinidad en vervoegen het team van het lokale Casa de Cultura. In dit cultuurcentrum vinden bijna dagelijks activiteiten plaats en alle workshops en evenementen zijn gratis en vrij toegankelijk voor jong en oud. Daarnaast organiseren ze ook activiteiten op verplaatsing voor jong en oud: cultuur is er in Cuba echt voor iedereen.
Vier Vlaamse dierenartsen reizen naar de Braziliaanse metropool São Paolo waar ze aan de slag gaan in het publieke dierenziekenhuis. Dit is de allereerste instelling in heel Brazilië die volledig gratis zorg aanbiedt voor de huisdieren van de arme inwoners van de stad. Per dag behandelen de dierenartsen in het publieke hospitaal 90 dieren en voeren ze 25 operaties uit. Daarnaast richten de Braziliaanse dierenartsen ook regelmatig een velshopsitaal op in lokale indianengemeenschappen, waar ze 250 dieren per dag verzorgen. De aanpak en het werktempo is niet te vergelijken met wat de Belgen gewoon zijn in eigen land.
Vier collega’s van een Vlaamse wasserij reizen naar de miljoenenstad Mumbai om mee te draaien in Mahalaxmi Dhobi Ghat: de grootste openluchtwasserette ter wereld. Vuile was uit de hele stad komt hier terecht en wordt hier dag in dag uit gewassen door de 700 dhobis: deze professionele wassers doen alles manueel, met zware chemicaliën en vuil water. De dhobis halen de was op bij inwoners en bedrijven en leveren deze een paar dagen later weer schoon terug af. Ook kledij van bekende westerse merken wordt hier voor de eerste keer gewassen voor ze wordt uitgevoerd naar Europa en de VS. De Belgische collega’s ruilen hun geautomatiseerde wasserij in voor de openluchtbassins waar pure handarbeid de standaard is.
Fort McMurray in het noorden van de provincie Alberta, is het hart van de Canadese olie-industrie. De stad is enkel toegankelijk via Highway 63: een druk bereden snelweg die dagelijks gebruikt wordt door duizenden auto’s, trucks en uitzonderlijk vervoer. Maar met temperaturen die makkelijk 35 graden onder het vriespunt duiken, zijn de winters hier bar koud en de weersomstandigheden zijn verraderlijk. Verkeersongevallen zijn hier dan ook schering en inslag. Vier medewerkers van een West-Vlaamse takeldienst versterken het team van Robby’s Towing: de grootste takeldienst van de stad.
Hoe gaat het eraan toe bij dokwerkers in Brazilië? Op maandag 9 november ervaren vier Antwerpse dokwerkers in 'Beroepen Zonder Grenzen' een week lang hoe het is om te werken zonder veiligheidsschoenen, bescherming van vakbonden, kranen en andere technische hulpmiddelen. Ze leven en wonen op hun werkplaats, een boot in het midden van de Braziliaanse Amazone. Onderweg laden en lossen ze alles in de dorpen aan de Amazonerivier. Naast materiaal reizen ook heel wat passagiers mee tijdens deze zesdaagse tocht. De Vlaamse dokwerkers gaan tot het uiterste, maar genieten aan boord ook van de couleur locale.
Vier sociaal werkers trekken naar Ulaanbaatar, de koudste hoofdstad ter wereld. De kloof tussen arm en rijk is er enorm groot. Om en bij de 10.000 mensen in deze stad zijn dakloos, brengen elke nacht door op straat en spoelen hun miserie weg met liters goedkope wodka. De Belgische sociaal werkers draaien mee bij een organisatie die niet alleen zorgt voor de opvang van de daklozen en hun kinderen, ze doet ook aan straathoekwerk om zo de hopeloze levenssituaties van de meeste daklozen nieuw leven in te blazen.
Vier Vlaamse spoedartsen reizen naar de hoofdstad van Guatemala en draaien een week mee in een plaatselijk hospitaal. Guatemala City is een stad die bol staat van het geweld en het Hospital San Juan de Dios is een van de twee openbare ziekenhuizen in de hoofdstad. Door het grote tekort aan moderne apparatuur en medicijnen kunnen sommige patiënten simpelweg niet behandeld worden. Daarnaast heeft de plaatselijke ambulancedienst maar 2 ambulances met zeer basic materiaal.
Vier Vlaamse bierbrouwers trekken naar Ouagadougou om ondergedompeld te worden in de wereld van het Afrikaanse dolo-bier. De Burkinese bierbrouwers, de zogenaamde dolotières, gebruiken geen gerst maar sorghum, dat ze met kar en ezel halen op de lokale markt. Ze hebben geen hightech installaties, wel enkele primitieve kleien ovens in openlucht en wat rieten manden die als vergiet dienen. Er zijn geen bewaarmiddelen, geen koelingen en er wordt eigenhandig geroerd in de potten. Een flinke portie handenarbeid dus die bij hen uitsluitend door de vrouwen wordt uitgevoerd.
In Santiago de Cuba werken de printshops nog steeds volgens de traditionele methodes: letters worden uit houten blokjes gesneden, er wordt inkt op gedaan en vervolgens worden ze op papier gedrukt. Voor de vier Belgische drukkers die meedraaien in een lokale printshop, is deze manier van werken middeleeuws. Maar door het politiek systeem is de Cubaanse industrie nog altijd grotendeels onderontwikkeld. Ondanks de chronische economische crisis in het land, proberen vooral jonge Cubanen inventief om te gaan met de beschikbare middelen en materialen.
Vier Vlaamse tatoeëerders dringen binnen in de excentrieke tattoostudio van Teven Say en zijn leerlingen in het Cambodjaanse Siem Raep. Bamboe en lange naalden vervangen de tattoomachines van de Vlaamse gasten. Ze oefenen uitgebreid op het schrijven van de oude, heilige teksten in Khmer en op het tekenen van de magische symbolen. Iets wat onmogelijk is zonder hun eigen gewoontes helemaal om te gooien en zich volledig over te geven aan de lokale cultuur.
Vier Vlaamse chocolademakers trekken richting Costa Rica om er ondergedompeld te worden in de rijke chocoladecultuur van het land. Ze ontmoeten er de Bribri, een geïsoleerde indianenstam waar de cacaoboom heilig is en de bereiding van cacao al honderden jaren dezelfde is gebleven. Daarnaast werken de Vlamingen enkele dagen mee bij de lokale cacaoboeren. Niet alleen het plukken van de cacaovruchten gebeurt er handmatig, ook alle andere stappen in het productieproces gebeuren er artisanaal.