Vier sociaal werkers trekken naar Ulaanbaatar, de koudste hoofdstad ter wereld. De kloof tussen arm en rijk is er enorm groot. Om en bij de 10.000 mensen in deze stad zijn dakloos, brengen elke nacht door op straat en spoelen hun miserie weg met liters goedkope wodka. De Belgische sociaal werkers draaien mee bij een organisatie die niet alleen zorgt voor de opvang van de daklozen en hun kinderen, ze doet ook aan straathoekwerk om zo de hopeloze levenssituaties van de meeste daklozen nieuw leven in te blazen.