Wouter vertrekt op avontuur. Hij neemt afscheid van zijn gezin in Drongen en volgt een maand lang de wind. 100 kilometer per dag. In deze aflevering fietst hij via de Kalmthoutse Heide naar Leerdam in Nederland. Daar keert de wind en blaast die Wouter opnieuw naar België. In Bocholt gaat hij op zoek naar een slaapplaats en maakt hij, zij het via een omweg, kennis met de Limburgse gastvrijheid. Hij maakt ook kennis met Roger, een mijnwerker met pensioen, die hem tot in de sappigste details uitlegt hoe het leven diep onder de grond was. Tenslotte steekt Wouter de taalgrens over en botst hij op een onwaarschijnlijk verhaal in Pepinster. Dat vele maanden na de overstromingen nog steeds in opbouw is...
Deze aflevering start in Theux. Een dorp vlakbij Spa. De wind duwt Wouter dieper de Ardennen in. In de buurt van Bastenaken heeft Wouter een koninklijke ontmoeting wanneer hij aan een kasteel aanbelt om water te vragen. Met frisse moed fietst hij zo de grens over naar Frankrijk, maar de weergoden zijn hem niet gunstig gezind. Drijfnat spoelt hij aan in Loison, een piepklein dorp in Frankrijk. Daar wordt hij uitgenodigd door een vriendelijke familie die hem van eten en een bed voorziet. In ruil daarvoor moet hij wel Hervé de ezel de stal insleuren. Verder in Frankrijk heeft hij een gesprek met een koppel waarvan de man openlijk toegeeft dat hij een affaire met een andere vrouw heeft gehad. Zijn vrouw heeft het hem vergeven. Eindigen doet Wouter in Pont-à-Mousson. Maar voordat hij daar eindigt beleeft hij nog de schrik van zijn leven in een eeuwenoud fort.
Deze aflevering start met een sisser, want Wouter rijdt een vogeltje aan. Hij doet er alles aan om het diertje te redden. Op hoop van zegen en met de wind mee rijdt hij verder door 'De diagonaal van de leegte', een verlaten strook die start in het noordoosten van Frankrijk tot aan Biarritz, in het zuidwesten. Hij praat er met Didier en zijn zus, allebei ongehuwde landbouwers en hard ploeterend om het werk van hun vader verder te zetten. In de Elzas heeft Wouter een bijzondere ontmoeting met Milan, een Serviër met een boksverleden. Dat ondervindt Wouter aan den lijve. Eindigen doet Wouter dit keer in het Zwarte Woud. Hij gaat er op zoek naar een slaapplaats en komt terecht bij Torsten. De BBQ wordt aangestoken en het bier vloeit rijkelijk, terwijl Torsten vertelt hoe het was om soldaat te zijn in het Oost-Duitse leger aan de andere kant van de Muur.
De wind stuurt Wouter almaar dieper het gebergte in. Nadat hij een verhaal te horen kreeg over een vliegtuigcrash aan de Bodensee in Duitsland trekt Wouter richting de Oostenrijkse Alpen. Hij mag dan wel wind in de rug hebben, hier moet hij vooral klimmen. En dat duurt een aantal dagen, want de wind beslist om hem ook naar de Dolomieten te sturen. Pittige etappes dus, maar ook mooie ontmoetingen met o.a. een Belgisch koppel in een slaperig Italiaans bergdorp. Maar wat Wouter in Fagagna ziet, tart alle verbeelding. Daar strijden de verschillende buurten elk jaar met een ezelrace om de prestigieuze beker die hen een jaar lang 'Koning van Fagagna' maakt...
In deze aflevering duwt de wind Wouter de Balkan in. In Slovenië staat hij versteld van de natuurpracht, maar misschien nog meer van een kasteel dat in een grot gebouwd is. Hij wordt er meegenomen in de geheime ontsnappingstunnel van dit uitzonderlijke gebouw. Daarna trekt hij verder richting de hoofdstad van Slovenië, Ljubljana. Daar ontmoet hij de jonge bedelaar William, een zeer opgewekte kerel met een minder vrolijk verhaal. Na de stadslucht fietst hij verder in de boslucht, want Slovenië heeft heel veel bossen. En in die bossen wonen beren. Wouter is nieuwsgierig en hoopt samen met een jager er eentje te spotten. Onderweg naar Kroatië klinkt hij nog op hilarische wijze met een Sloveens bejaard koppel en steekt hij tenslotte de grens over. In Kroatië merkt Wouter dat de burgeroorlog er nog steeds goed zichtbaar en voelbaar is.
In deze laatste aflevering fietst Wouter verder door Kroatië en een stukje Bosnië om uiteindelijk in Hongarije te eindigen. In Kroatië treft hij een streek die enorm is getroffen door een aardbeving en wordt hij nogal bruut gestopt door de Kroatische grenspolitie. Uiteindelijk verlaat hij het land op de vrolijke tonen van een tambura. Dat instrument wordt bespeeld door Marco, een jonge, optimistische Kroaat, die probeert om niet in de slechte herinneringen van de burgeroorlog te blijven hangen. In Hongarije komt hij in een regio terecht met dorpsnamen die onuitspreekbaar zijn, maar waar de Nederlanders en Belgen sterk vertegenwoordigd zijn. Hij fietst nog via Pécs, dé cultuurhoofdstad van Hongarije, waar hij enkele jonge rechtenstudenten ontmoet die duidelijk achter hun premier Orban staan. Uiteindelijk fietst Wouter in de Hongaarse Laagvlakte zijn laatste kilometers 'Met de wind mee'.
Wouter neemt afscheid van zijn gezin en vertrekt met de trein naar Hongarije. Hij vindt het eindpunt van zijn vorige reis en daar stuurt de wind hem naar Mohács waar hij op een bizar festival belandt. Door Slavonië rijdt hij naar Vinkovci in Kroatië waar hij via een rode telefooncel in een Engelse pub belandt. Wouter beleeft er een legendarische avond met oorlogsheld Steve, diens vrouw Dragica en sergeant Mille. De volgende bestemming is Srbac in Bosnië, maar in Slavonski Brod stoot Wouter op zijn ultieme voetbalheld, Josip Weber.
Wouter steekt de grens over naar Bosnië waar zijn eerste ontmoeting al meteen een bizar bezoek aan een 'moving house' oplevert. De volgende dag stuurt de wind hem oostwaarts richting Gradačac en ontmoet hij Jasna die een bijzondere link heeft met ... Balegem, Oost-Vlaanderen. De Dinarische Alpen laten de eerste keer hun tanden zien wanneer Wouter naar Zavidovici fietst, maar het zijn vooral de tanden van twee bruine beren die hem de schrik van zijn leven bezorgen. Bij het ontbijt voor zijn tentje in Han Pijesak besluit Wouter om de wind te negeren en naar Srebrenica te rijden om er van een bevoorrechte getuige te horen wat daar precies gebeurd is. De dag eindigt in de B&B van Rob, een Nederlander die als blauwhelm dezelfde horror heeft meegemaakt en die zijn moeilijke verhaal deelt.
De wind blaast Wouter vandaag naar Sarajevo. Maar voor hij daar aankomt, ontmoet hij Paul Lowe die oorlogsfotograaf was tijdens het beleg van Sarajevo. Via de legendarische bobsleebaan duikt Wouter de stad in, die hij verkent met stadsgids Samra. Onderweg naar Mostar botst Wouter in Konjic op Jelle, een Belg die met veel plezier roet in het eten gooit door het hoogste dorp van Bosnië voor te stellen als alternatieve finish van de dag. Door immense berglandschappen fietsen de twee naar Lukomir om er bij de familie Maslesa te overnachten. De volgende dag is de wind een uitzonderlijk goede bondgenoot want hij blaast loeihard bergafwaarts naar Foça, aan de grens met Montenegro. Maar daarna stuurt hij Wouter over de Durmitor waar hij zijn zwaarste dag ooit op de fiets beleeft.
Bekomen van zijn sneeuwavontuur ontmoet Wouter in Mojkovac de wereldkampioen luieren - letterlijk. Via een omweg belandt hij in Kosovo waar hij op sleeptouw wordt genomen door een Tieltse vriend. Wouter is supporter op een levensbelangrijke basketmatch in Mitrovicë en ziet daar ook hoe de onafhankelijkheidsoorlog de stad nog steeds in twee deelt. Vervolgens blaast de wind hem naar het zesde land op zijn reis. In Skopje, Noord-Macedonië, ontmoet hij Metodi die hem meeneemt naar de grootste Romawijk van Europa, een speciale plek ...
De wind blaast Wouter naar het zuidwesten. Het wordt een dag van verwarrende tegenstellingen wanneer hij achtereenvolgens met de maffia, een schilder van moskeeën en orthodoxe monniken praat. Wouter mag in het Bigorski klooster overnachten waarna hij de grens met Albanië oversteekt. Daar is hij getuige van de razendsnelle ontwikkeling van het 'Thailand van Europa'. Op de piramide van Tirana krijgt Wouter een serenade van een heuse operazangeres en een gastvrije familie nodigt hem uit voor het paasmaal in Elbasan. Eindigen doet hij in Berat, de stad met de duizend ramen.