Huub ontdekt de getijden van de Schelde tussen Rupelmonde en het Verdronken Land van Saeftinghe. Hij begint op het veerpontje met schipper Willy, die vertelt over zijn leven op de rivier. In Antwerpen ziet Huub hoe de Royerssluis wordt aangepast aan de groeiende haven, en in het spookdorp Doel ervaart hij tijdens de jaarlijkse Scheldewijding de strijd om het dorp te behouden. Bij het Verdronken Land van Saeftinghe duikt Stapel samen met archeologen in de geschiedenis van door het water verzwolgen dorpen.