De 8-jarige ondeugende Bink gaat een weekend logeren bij zijn opa. Wat begint als een onschuldig uitje, verandert al snel in een magisch avontuur als blijkt dat opa het kasteel van Sinterklaas onderhoudt. Bink ontdekt dat hij voorbestemd is om ooit de sleutelbewaarder van het kasteel te worden, maar alleen als hij zijn streken achter zich kan laten.
Bink ontdekt dat hij ooit de taak van opa moet overnemen. Alleen door te leren om geen bengel te zijn, mag je op het kasteel blijven. Sint koppelt hem aan Fernando en leert de twee jongens een eerste les. Hun eerste opdracht gaat alleen mis: ze spelen met cadeaus in plaats van dat er wordt schoongemaakt.
Bink en Fernando moeten samenwerken om te ontsnappen. Ze beloven beterschap, maar liegen daarna tegen de Pieten over hun fouten. In de keuken eten ze alles zelf op en krijgen ze een magische straf.
Ozosnel blijkt ziek te zijn en het hele kasteel is in rep en roer. Profpiet probeert een oplossing te vinden voor het probleem. Bink voelt zich schuldig en leert verantwoordelijkheid te nemen, terwijl Fernando het wegwuift. Met hints van Snuit ontdekken ze de nieuwe les: leren luisteren.
Fernando steelt de routekaart en schuift de schuld af op Bink. Snuit vindt de verscheurde kaart onder Binks kussen en de Pieten denken dat hij dus de schuldige is. Bink denkt vervolgens dat hij niet meer thuis hoort op het kasteel van Sinterklaas.
Sint confronteert Fernando: ook hij moet leren fouten toegeven. Fernando biecht zijn jaloezie op en vraagt Bink om vergeving. Zal Bink Fernando vergeven? Alleen als alle lessen geleerd zijn, zal de sleutel van opa weer werken.