Hugo reist met vriendin Sophie en dochter Suus af naar Italië. Suus mag daar logeren bij haar hartsvriendin Chrissie, die met haar ouders Marius en Kitty nu al een tijd op een goed lopende wijngaard woont. Hugo denkt dat de Milners hun leven hebben gebeterd, maar als ze aankomen blijkt dat de Milners het bedrijf op niet helemaal zuivere manier hebben aangekocht.
Hugo vreest dat Marius en Kitty in een maffia-oorlog belanden en probeert ze over te halen om de wijngaard terug te verkopen aan Isabella Garboni, de dochter van de vorige eigenaar. Maar dan vindt Marius uit dat die maffiadreiging waarschijnlijk schromelijk overdreven is. Of toch niet?
Hugo is ten einde raad nu Sophie ontvoerd blijkt te zijn. Wie daarachter zit, Isabella of de maffia weten ze niet. Er zit er niets anders op: de Milners zullen de wijngaard toch terug moeten verkopen. Met grote moeite proberen ze een deal te maken met de kidnappers, maar Hugo is bang dat Sophie al geliquideerd is.