1957, Frans van Steenderen is een succesvolle wegenbouwer en woont met zijn vrouw Jannie en hun achtjarige zoontje Arie in Oosterbeek. Hij is zo bezeten van zijn werk, dat hij niet merkt dat zijn vrouw Jannie van hem vervreemdt en troost zoekt bij de goedkope charmeur Thijs Lanphen, Blindelings stort ze zich met hem in een avontuur en emigreert naar Australië. · Tien jaar later is Arie een stille jongeman, die op school maar moeilijk meekomt, het liefst alleen op zijn paard door de bossen rijdt en nauwelijks contact heeft niet zijn vader. Op aandringen van zijn medevennoot De Vries besluit Frans zijn zoon naar een internaat te sturen.
Op het internaat heeft Arie het nogal moeilijk. Alleen met zijn twee kamergenoten, Donald en Erik, ontstaat een beetje vertrouwelijkheid, Eén keer per jaar, na het eindexa- men, is er een slotfeest op het internaat, waarvoor de jongens een meisje mogen uitnodigen. Arie verzamelt de moed om Cootje voor het feest te vragen,
De zomervakantie begint en de meeste leerlingen van het internaat zijn al door hun ouders opgehaald. Arie wacht tevergeefs op zijn vader en Marie, de huishoudster. Frans gaat een studiereis maken naar de tunnelbouw in Zwitserland en Arie mag mee. Arie heeft er echter niet veel zin in. Marie dringt aan dat hij toch meegaat.
Als Marie in het verlaten huis na een week de terugkomst van Arie en Frans verwacht, wordt er aangebeld. Het is Jannie, de moeder van Arie. Marie weet haar ervan te overtuigen dat ze voorlopig beter haar intrek kan nemen in een naburig hotel. Frans brengt haar de volgende dag een bezoek.
Arie voelt dat de terugkeer van zijn moeder een gevaar betekent voor zijn vader, voor Marie en voor het leven waaraan hij gewend is. Op een avond fietst Arie naar het hotel waar zijn moeder logeert. Op het parkeerterrein ziet hij zijn vaders auto. Arie blijft geduldig wachten en als Frans laat in de avond naar buiten komt, staat hij plotseling tegenover een vijand.
Arie verwijt zijn moeder dat ze nooit heeft geantwoord op zijn brieven en eist dat ze terug gaat naar Australië. Jannie beweert echter dat ze hem in al die jaren wel honderd keer heeft geschreven. Het maakt Arie onzeker, Wie kan die brieven hebben achtergehouden en Waarom?
De zomervakantie is voorbij en Arie verheugt zich erop om zijn kamergenoot Erik weer te zien. De directeur heeft echter een andere kamerindeling gemaakt. Arie deelt zijn kamer met een nieuweling: Jan Nieuwenhuis, een ordinaire opschepper. Inmiddels heeft pastor Konings Jannie laten "onderduiken" in een klein dorpshotelletje.
Jannie en Frans beleven hun tweede wittebroodsweken en zij vergezelt hem regelmatig naar zijn werk. Ook heeft ze ervoor gezorgd dat Arie zijn paard in de stal van het internaat mag onderbrengen. Hij geeft rijlessen en zijn nieuwe kamergenoot, Jan is zijn beste leeling. Al vlug maken ze samen tochten te paard. Erik ziet wanhopig toe hoe hij door de vriendschap tussen Jan en Arie wordt verdrongen.Ondertussen krijgt Jannie dreigbrieven van haar echtgenoot Thijs, die alleen instemt met een scheiding ais daar een flink bedrag tegenover staat.
De dreigbrieven van Thijs worden geadresseerd aan Frans en geopend door zijn vennoot De Vries. Deze wil Jannie best aan het benodigde bedrag helpen in ruil voor haar aandelen in de zaak. De vriendschap tussen Arie en Jan groeit, evenals Erik’s jaloezie.
Door een brand in de stal moet Arie’s paard worden afgemaakt. Erik bekent dat hij de dader is en met het oog op het naderende eindexamen wordt hij bij een leraar ondergebracht. Ook Arie verlaat het internaat. Pas weken later gaat Arie naar Erik’s` ouderlijk huis, om hem de vergevende hand te reiken. Dan staat Arie oog in oog met Erik’s oudere zus Els.
Na het twintigjariger jubileum van het bedrijf probeert Jannie zo goed als mogelijk het werk van haar man voort te zetten, maar zonder deskundige hulp zal dat nooit lukken. Arie helpt, vooral ter wille van Els, Erik over zijn examenvrees heen. De nieuw ontstane vriendschap tussen Arie en Erik is voor Jan onbegrijpelijk.
De schuldenlast van het bedrijf is zó groot geworden dat er geen redden meer aan is. Acht oudere medewerkers voelen zich verbonden en verklaren zich bereid het werk voort te zetten tot Arie in staat is de leiding over te nemen. Maar Arie twijfelt. Het is tenslotte pastor Konings die hem ertoe brengt te besluiten om de weg te kiezen die hij voor de rest van zijn leven zal blijven volgen.