Martijn neemt Herman mee diep de jungle in van Suriname. Hier vissen Indianen op de Anjoemara, oftewel de wolfsvis. De reis is al een enorme beproeving, laat staan het vangen van deze als agressief te boek staande vis. Zijn Herman en Martijn de jungle de baas en eten zij deze delicatesse of is deze beproeving te zwaar en druipen zij met de staart tussen hun benen af?