Tim en Nicolaas betrekken een appartement aan de rand van Laak. Bij het verkennen van de wijk stuiten ze direct op de rauwe emoties van mensen die het veel minder fijn vinden wonen in de wijk dan voorheen. Waar Nicolaas zich soms met moeite kan bedwingen om bewoners te wijzen op soms stigmatiserende opmerkingen, heeft Tim meteen de lol te pakken. In zijn rol als opbouwwerker in het Vadercentrum deelt hij voedselpakketten uit en voelt hij zich als een vis in het water. Nicolaas ontmoet zijn eerste cliënten als maatschappelijk werker, onder wie de Colombiaanse Andrea, die samen met haar zoontje op straat dreigt te belanden.
Nicolaas bijt zich samen met zijn stagebegeleider steeds meer vast in de zaak van Andrea. Ook maakt hij kennis met de grote groep Poolse en Bulgaarse arbeidsmigranten die veelal werken in de kassen van het Westland. Zowel hij als Tim worden er door hun stages op gewezen hoe weinig ze in hun dagelijks leven eigenlijk met de sores van hun buurtgenoten bezig zijn. Tim ontmoet een ongedocumenteerd persoon, die maar wat graag papieren zou hebben, en een zogenoemde autonome, die op geen enkele manier met overheidsinstanties te maken wil hebben.
Door op stap te gaan met iemand van de woningbouwcoöperatie leert Nicolaas sommige bewoners en hun problemen in een vroeg stadium kennen. Zo ontmoet hij meneer Govaert, een eenzame hoarder die graag uit zijn isolement wil breken. Ook treft hij in een schimmelwoning een Soedanees gezin dat gebukt gaat onder oorlogstrauma’s. Tim is intussen gefascineerd door het verhaal van de Syrische vluchteling Wael. Hij betrapt zich erop dat hij nieuwsgierig is naar zijn verhaal, maar niet zo goed weet wat hij voor hem kan betekenen. Zijn stagebegeleider vindt dat hij het werk anders moet aanpakken.
Terwijl Nicolaas steeds meer verantwoordelijkheden krijgt, loopt Tim langzaam maar zeker vast in zijn stage. Nicolaas probeert cliënt Elma zover te krijgen dat ze hulp aanvaardt bij het op orde krijgen van haar administratie. Tim ontmoet John, een ondernemer die in de schuldsanering terecht is gekomen. Als Tim en Nicolaas samen de problemen in de wijk in kaart brengen, komen ook hun verschillende visies op de samenleving aan de oppervlakte. Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van de overheid nou eigenlijk echt? En wat mag je van mensen zelf verwachten als het gaat om het verbeteren van hun situatie?
Nu het einde van de stage nadert proberen Tim en Nicolaas een analyse los te laten op hun maanden in Laak. Waar Nicolaas vooral zijn visie op het sociale vangnet van Nederland aanscherpt komt Tim tot steeds duidelijker conclusies over de vereisten van het sociaal werk en wat zo’n intensieve stage met hem doet. Een betrokken collega helpt hem om tot inzichten te komen over zowel het werk als zichzelf. Nicolaas spiegelt zich aan Jan, een kunstenaar die economisch dakloos is en worstelt met zijn situatie. Tijdens het kerstdiner in het wijkcentrum zien Tim en Nicolaas veel van hun cliënten terug.