Als cabaretier Herman Finkers aan de zoektocht naar zijn voorouders begint, gaat hij ervan uit dat hij die tocht wel per fiets kan afleggen. Hij vermoedt dat hij vanuit Twente in ieder geval de IJssel niet zal hoeven oversteken. Zijn voorouders zijn immers allemaal echte Tukkers, al generaties lang geworteld in Almelo en directe omgeving. Voor een deel is dat ook waar, maar wanneer Herman wat dieper in zijn familiegeschiedenis duikt, komt hij toch voor verrassingen te staan en moet hij meer kilometers maken. In ieder geval te veel voor de fiets. Aan het eind van zijn tocht concludeert Finkers: 'Er is best heel veel leed voorbijgekomen en daarom vind ik het eigenlijk wel bewonderenswaardig en ook wel verbazingwekkend dat ik uit zo'n vrolijke familie kom.' De droge humor van Herman Finkers lijkt uit misère geboren.