Victor, die op het punt staat om aan zijn medewerkers te vertellen dat hij ongeneeslijk ziek is, ziet de vogel opeens voor het raam van zijn kantoor.
Als Maria, een Braziliaanse taxichauffeur, de gier nieuwsgierig achterna rijdt, springt er opeens een zwaargewonde man in haar auto.
De man uit de taxi wordt dood gevonden en blijkt een Amerikaanse undercover. In zijn hotelkamer vindt Martin een notebook waarvan hij de codes nog niet kan ontcijferen.
Als tijdens een feest de stroom in heel Rotterdam uitvalt en een vliegtuig laag overkomt, begrijpt Martin het verband met een gigantische drugsdeal.
Martin vindt de plaats van de dropping, maar het spoor loopt dood. Bovendien wordt zijn gierenteam van hogerhand ontbonden. Victor en Esther zijn intussen in Berlijn.
Het wordt Martin allemaal duidelijk: de coke zit in een van Schiffers panden - zo wordt zwart geld witgewassen met een legale onroerend goed-deal. Maar vooralsnog is hij machteloos.
Ellen is vermoord en tot overmaat van ramp wordt Martin daarvan verdacht. Iemand heeft hun heimelijke ontmoetingen gezien en Martin wordt van de zaak afgehaald. Met Victor gaat het slechter.
Verbeten probeert Martin het complot achter de dood van Ellen te ontrafelen. Het is een samenzwering waarvan hij de omvang nog niet kent, en die het uiteindelijk ook op hem heeft gemunt.