Régine Bategure wist in 1994 ternauwernood aan de dood te ontsnappen, en bouwde nadien een nieuw leven op in België. Haar oudste dochter Katia noemde ze naar haar geliefde nicht, die voor haar ogen stierf. Ze keert terug naar Rwanda om de moordenaars van haar familie te confronteren met hun daden. Régine onderneemt de reis samen met haar dochter, om haar te tonen waar haar geschiedenis ligt, en haar vragen te beantwoorden. Want wat vertelt een moeder in godsnaam aan haar dochter over die verschrikkelijke genocide? En zal ze zelf een antwoord krijgen en gemoedsrust vinden door de confrontatie met de moordenaars?