Lien en Ine hebben de kille relatie zonder genegenheid tussen hun ouders nooit begrepen. Langs de andere kant zien hun vader en moeder met lede ogen aan hoe hun ene dochter maar niet aan een man geraakt en de andere godbetert gaat scheiden, terwijl ze zo’n fijn gezinnetje heeft. En dat scheiden en toch samenwonen, vinden ze al helemaal een absurd idee.