Sinds de jaren zeventig worden in ons land KID-kinderen geboren, kinderen verwekt via kunstmatige inseminatie met donorzaad. Hoeveel het er precies zijn, weet niemand, want er is geen centrale registratie van het aantal donorkinderen. In Nederland wordt het aantal donorkinderen geschat op 45.000, wat meer is dan het aantal adoptiekinderen. Veel donorkinderen worstelen met hun identiteit, en gaan op zoek naar hun vader. Panorama zoekt mee.
Driekwart van de donorkinderen in ons land groeien op in een gezin met lesbische ouders of met een alleenstaande moeder. Voor die kinderen kan het verhaal van de spermabank niet verzwegen worden. In een heteroseksuele relatie kunnen de ouders wel beslissen om het 'geheim' niet aan het kind te vertellen, soms op advies van de fertiliteitskliniek waar ze behandeld worden. "Er lopen massaal kinderen rond die niet weten dat ze van een spermadonor zijn", zegt dokter Herman Tournaye van de fertiliteitskliniek van het UZ Brussel.
Panorama praat met drie jonge vrouwen, die op volwassen leeftijd te horen kregen dat ze een donorkind zijn. Voor elk van hen was het een emotionele schok: "Je staat voor de spiegel en je denkt: wie ben ik nu eigenlijk. Ik ben gewoon een leugen". Alle drie zijn ze op zoek gegaan, naar meer informatie, ook over de donor. Alle drie zijn ze van een kale reis thuisgekomen. Heel anders gaat het eraan toe in Nederland. Daar worden donorkinderen geholpen om hun donor te vinden. Sinds een wetswijziging in 2004 is het trouwens in Nederland onmogelijk om een anonieme donor te zijn. Zodra ze zestien zijn, kunnen Nederlandse donorkinderen, als ze dat willen, identificeerbare informatie opvragen over hun donor. Die openheid zouden de donorkinderen in onze reportage ook graag in ons land zien, maar niet iedereen is het daarmee eens.
Doen ouders er goed aan om te zwijgen over hoe een kind verwekt is? Hebben donorkinderen het recht om te weten door wie ze verwekt zijn?
Sinds de jaren zeventig worden in ons land KID-kinderen geboren, kinderen verwekt via kunstmatige inseminatie met donorzaad. Hoeveel het er precies zijn, weet niemand, want er is geen centrale registratie van het aantal donorkinderen. In Nederland wordt het aantal donorkinderen geschat op 45.000, wat meer is dan het aantal adoptiekinderen. Veel donorkinderen worstelen met hun identiteit, en gaan op zoek naar hun vader. Panorama zoekt mee.
Driekwart van de donorkinderen in ons land groeien op in een gezin met lesbische ouders of met een alleenstaande moeder. Voor die kinderen kan het verhaal van de spermabank niet verzwegen worden. In een heteroseksuele relatie kunnen de ouders wel beslissen om het 'geheim' niet aan het kind te vertellen, soms op advies van de fertiliteitskliniek waar ze behandeld worden. "Er lopen massaal kinderen rond die niet weten dat ze van een spermadonor zijn", zegt dokter Herman Tournaye van de fertiliteitskliniek van het UZ Brussel.
Panorama praat met drie jonge vrouwen, die op volwassen leeftijd te horen kregen dat ze een donorkind zijn. Voor elk van hen was het een emotionele schok: "Je staat voor de spiegel en je denkt: wie ben ik nu eigenlijk. Ik ben gewoon een leugen". Alle drie zijn ze op zoek gegaan, naar meer informatie, ook over de donor. Alle drie zijn ze van een kale reis thuisgekomen. Heel anders gaat het eraan toe in Nederland. Daar worden donorkinderen geholpen om hun donor te vinden. Sinds een wetswijziging in 2004 is het trouwens in Nederland onmogelijk om een anonieme donor te zijn. Zodra ze zestien zijn, kunnen Nederlandse donorkinderen, als ze dat willen, identificeerbare informatie opvragen over hun donor. Die openheid zouden de donorkinderen in onze reportage ook graag in ons land zien, maar niet iedereen is het daarmee eens.
Doen ouders er goed aan om te zwijgen over hoe een kind verwekt is? Hebben donorkinderen het recht om te weten door wie ze verwekt zijn?