Het Gilde van de Gulden Draeck verwelkomt een nieuw lid: Jörgen, een ambitieuze wereldverbeteraar, die een aanstelling bij het gilde ziet als een manier om de wereld een stukje mooier te maken. Hij komt er al snel achter dat voorzitter Theuderic hem heeft voorgelogen: in plaats van een ‘divers’ gilde blijkt het een hopeloos ouderwets gilde te zijn, vol met egoïstische en incompetente idioten.
De laatste queeste was weer een complete mislukking. Het lukt Theuderic maar niet om dit zooitje ongeregeld te laten samenwerken en daarom heeft hij hulp van buitenaf ingeschakeld. Theuderic heeft managementgoeroe Peter Paul Uilenwiel gevraagd om van het gilde een hechte groep te maken. Die denkt dit varkentje wel eens even te wassen, niet wetende dat dit gilde niet meer te redden valt…
Tijdens een queeste is het gilde een orakel tegengekomen. De man beweerde dat, als ze hem niet van eten en onderdak zouden voorzien, er verschrikkelijke dingen met ze zouden gebeuren. Jörgen heeft als enige door dat de man een charlatan is, maar de rest van het gilde is doodsbang voor zijn praatjes.
Het is tijd om het jaarverslag te bespreken. De cijfers zijn dit keer roder dan rood, dus er moet iets gebeuren om het gilde te behoeden voor de definitieve ondergang. Gelukkig heeft Theuderic in het weekend een seminar voor ondernemers bijgewoond, en daar is hij helemaal geïnspireerd van teruggekomen. Hij vindt het tijd voor een omslag en wil het gilde eindelijk eens goed ‘in de markt zetten’.
Pier Stoevelaer, een steenrijke ondernemer, is binnenkort jarig en heeft maar één wens: om eens mee op avontuur te gaan met een gilde. In ruil voor een flinke zak geld stemt Theuderic maar wat graag in. Als Pier een avondje meevergadert blijkt dat hij er nogal vergaande en bizarre verjaardagswensen op nahoudt. Het gilde begint zo langzamerhand te twijfelen of dit wel zo’n goed idee was.
Theuderic heeft een grote klus binnengehaald en wil het gilde er maar wat graag over vertellen, maar tot zijn frustratie zijn die met hele andere dingen bezig. De herberg heeft namelijk een nieuwe eigenaar. In plaats van een klassieke herberg met simpele maaltijden en een paar stamgasten aan de bar, is het nu een hippe tent geworden, met fancy biertjes, trendy eten en een veel jongere clientèle.
Het klantenbestand van het gilde wordt steeds ouder en Theuderic maakt zich zorgen over het feit dat het gilde het contact met de jongeren aan het verliezen is. Hij heeft Walewein Huppert uitgenodigd, een jongeman die het bijzonder goed doet bij de jeugd. Die lopen de hele dag achter hem aan, en willen alles van hem weten. Theuderic is ontzettend benieuwd hoe hij dat voor elkaar krijgt.
Voor deze vergadering heeft Theuderic iets bijzonders bedacht: in plaats van vergaderen gaan ze een bordspel spelen. Pottelen heet het, een magisch bordspel dat al snel minder onschuldig blijkt te zijn dan het lijkt. De keuzes die de gildeleden tijdens het spel maken, blijken grote gevolgen te hebben voor hun échte leven, en het ene na het andere lid valt ten prooi aan het lugubere bord.
Het gilde staat op het punt om gekocht te worden door een groot, internationaal conglomeraat. Er is een consultant aanwezig bij de vergadering om het gilde eens goed door te lichten voordat de overname definitief is. Theuderic lijkt te denken dat de overname al in kannen en kruiken is, maar de consultant heeft duidelijk ernstige twijfels of het gilde wel zo competent is als Theuderic denkt.
Het jaar is bijna voorbij, dus is het tijd voor het aloude familiefeest Monnik Mark. Jörgen woont nog niet zo lang in Panduloria, dus is hij niet bekend met het bizarre feest, dat zogenaamd draait om cadeautjes, vrede en liefdadigheid, maar gruwelijke tradities kent. Waarom hangen er dode dieren in de boom? En waarom staat er een grote schaal met kwark op tafel? En waar is Proculus gebleven?
We zien in deze aflevering niet het Gilde van de Gulden Draeck, maar een heel ander gilde: het Gilde van de Groene Griffioen, een net opgericht gilde dat louter uit vrouwen bestaat. Voorzitter Alfrida wil met dit gilde zogenaamd ‘de vrouwen op de kaart zetten’, maar in werkelijkheid heeft ze maar één doel: een succesvoller en beter gilde leiden dan haar man Theuderic.
Het jaarcontract van Jörgen loopt af en traditioneel houdt Theuderic dan een functioneringsgesprek. Niet één op één, maar publiekelijk, tijdens de vergadering. Iedereen mag nu ongefilterd kritiek leveren op het functioneren van Jörgen. Als die door al zijn collega’s wordt neergesabeld begint hij te twijfelen of het niet eens tijd is om zich aan te sluiten bij een beter gilde.