Wilhelmina zet zich aan haar regeringstaak. Maar ook een andere plicht roept: het voortbestaan van de Oranjes. Ze vindt aanvankelijk het geluk bij prins Hendrik die haar, na diverse miskramen, dochter Juliana schenkt. Maar het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, een bijna-revolutie en de ontrouw van haar echtgenoot brengen nieuwe problemen.