Op woensdag 7 juni 1989 stort bij dichte mist een passagiersvlucht van SLM neer nabij Zanderij in Paramaribo. Het toestel vliegt te laag en raakt de boomtoppen. Het rolt om de lengteas en stort om 04.27 uur plaatselijke tijd ondersteboven neer. De ramp eist 176 levens, waaronder een groot deel van het Kleurrijk Elftal, profvoetballers van Surinaamse afkomst, op weg om in Suriname een toernooi te spelen. Elf mensen overleven het ongeluk. Een onderzoek wordt ingesteld en er blijkt van alles mis te zijn. Twee vliegers zijn te oud, een derde heeft geen brevet. De bemanning is ingehuurd via een Amerikaans uitzendbureau voor vliegpersoneel waarvan de papieren nauwelijks gecheckt zijn. SLM-gezagvoerder Frank de Miranda stelt enkele weken voor het vliegongeluk misstanden op het gebied van veiligheidsprocedures en de technische staat van de vliegtuigen aan de kaak bij zijn werkgever. In plaats van naar hem te luisteren wordt hij geschorst. Hij is dan ook niet verbaasd over de crash. Marlea Kogeldans verliest bij de ramp haar broer Ruben, een talentvolle voetballer. Ze weigert te schikken en procedeert tegen SLM totdat haar geld op is maar tot een veroordeling komt het niet. Voetballer Radjin de Haan overleeft het ongeluk en wil zo snel mogelijk weer op topniveau voetballen ondanks een gebroken ruggenwervel. In Andere Tijden een reconstructie van de gebeurtenissen rond het vliegongeluk en de nasleep ervan.