Op een dag in 1944 landt bij een boerderij in Noord-Holland een parachute met twee door de regering in Londen gestuurde agenten. Zij hebben de opdracht een netwerk op te zetten waarmee wapens naar verzetsgroepen gesmokkeld kunnen worden. Binnen de kortste keren houden mannen en jongens zich bezig met het ophalen en vervoeren, per tuindersvlet, van de wapens. Meisjes worden ingezet als koeriersters.