Herman Göring, Hitler’s tweede man, stonk er met open ogen in en kocht een zeventiende-eeuwse Vermeer voor 1,65 miljoen gulden. Een week na de bevrijding bekende meestervervalser Han van Meegeren dat het schilderij van zijn hand was en niet van Vermeer. Dankzij de vervalsingen bezat Van Meegeren in de oorlog ruim vijftig grachtenpanden in Amsterdam en leidde een luxeleven. Was hij een handige jongen die zowel de kunstelite als Göring pootje lichtte? Bijna zeventig jaar later zijn de meningen nog steeds verdeeld.