Ze zijn jong in de Tweede Wereldoorlog, onverschrokken en moedig. Drie vrouwen van rond de twintig besluiten zich aan te sluiten bij het gewapend verzet met alle gevolgen van dien. De Groningse Siet Tammens helpt een Joodse jongen aan een onderduikadres. Uiteindelijk wordt ze één van de kopstukken uit het Gronings verzet, moet beslissen over leven en dood. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen uit Haarlem zijn veertien en zestien als de oorlog uitbreekt, kinderen nog. Ze worden gevraagd voor het verzet en moeten al gauw leren met een pistool om te gaan en bruggen op te blazen. Drie jonge vrouwen in het gewapend verzet, hoe kijken ze terug op hun daden?