In de nacht van 14 op 15 april 1912 zinkt de Titanic, het grootste passagiersschip tot dan toe. Ruim 1500 mensen sterven op de Atlantische Oceaan. Slechts 700 worden gered. De reis van de Titanic staat niet alleen symbool voor het klassensysteem van begin twintigste eeuw, maar maakt ook akelig duidelijk hoe controle en regelgeving ver achter lopen op de ontwikkelingen in het vervoer van passagiers over zee. Grote aantallen landverhuizers die het Europese vasteland inruilen voor Amerika maken dit vervoer tot een zeer winstgevende onderneming. Schepen worden sneller, groter, luxer, maar menselijke overmoed zit de veiligheid van deze passagiers in de weg. De Titanic was nagenoeg onzinkbaar. Nagenoeg.