Het vmbo bestaat 25 jaar, maar het jubileum is niet per se reden tot grote vreugde; het schooltype kampt met een imagoprobleem. De opleiding geldt voor veel mensen als minderwaardig, ouders en kinderen mikken liever op zogenaamd 'hoger' onderwijs, terwijl de maatschappij juist staat te springen om praktisch opgeleide vakmensen en zij misschien de 'miljonairs van de toekomst' zijn. Met o.a. Tineke Netelenbos, eind jaren 60 zelf werkzaam als lerares in het beroepsonderwijs en later als staatssecretaris verantwoordelijk voor de invoering van het vmbo, oud-docent Albert Evenhuis, docent Hendrik Atze van Doezum en oud-vmbo-leerling Pascal Koning.
Pre-vocational secondary education has existed for 25 years, but the anniversary is not necessarily a reason for great joy; the school type suffers from an image problem. For many people, education is considered inferior, parents and children prefer to aim for so-called 'higher' education, while society is eager for practically trained professionals and they may be the 'millionaires of the future'. Including Tineke Netelenbos, who worked as a teacher in vocational education in the late 1960s and later as State Secretary responsible for the introduction of pre-vocational secondary education, former teacher Albert Evenhuis, teacher Hendrik Atze van Doezum and former pre-vocational secondary education student Pascal Koning.