In Oplichters in het buitenland reist Kees van der Spek af naar het buitenland om de confrontatie met oplichters aan te gaan. Hij ondergaat het bedrog vaak zelf en laat met verborgen camera zien hoe de praktijk in elkaar steekt en waar een toerist op moet letten. In de eerste aflevering gaat Kees met zijn team naar de Poolse stad Krakau. Het is een uitvalsbasis voor bezoekers aan het voormalige concentratiekamp Auschwitz, maar 's nachts verandert de stad in een domein van foute nachtclubs. Als Kees 's avonds het centrum verkent, proberen verschillende proppers hem een club in te lokken. Eenmaal binnen in een nachtclub ontdekt hij al snel dat de vrouwen erg opdringerig zijn en maar één doel hebben: geld stelen. Als Kees daarna in een andere tent ontdekt dat hij voor dure champagne betaalt die niet meer dan limonade blijkt te zijn, komt hij in een conflict terecht. Hierbij krijgt hij rake klappen van twee gespierde uitsmijters.
In het centrum van Krakau bevinden zich seksbars waar toeristen met barscams worden binnengelokt door proppers, dronken gevoerd en een hoge rekening gepresenteerd. Wanneer Kees een andere klant waarschuwt, wordt hij door uitsmijters mishandeld en uit de club verwijderd. Verder worden tripjes naar Auschwitz van 19 tot over de 100 euro aangeboden, terwijl een treinkaartje maar 2 euro kost. Ook aandacht voor foute wisselkantoren die met een gunstige (verkoopprijs) voor zloty adverteren maar tegen een veel slechtere verdekt aangegeven koers wisselen, waardoor wel 25% van het bedrag wordt ingepikt. Kees plakt stickers met de werkelijke wisselkoers op de koersborden, wat de eigenaars niet kunnen waarderen.