Er wordt aandacht geschonken aan straatverkopers die hun klant door middel van een wisseltruc opzadelen met afval. Ze werken in grote groepen handlangers die slachtoffers afleiden, op de uitkijk staan, en desnoods de oplichters fysiek bijstaan. Als Kees de oplichters hun handelswaar afneemt en deze bij de politie als bewijs overhandigt, krijgt hij advies geen aangifte te doen; de oplichters zijn gelieerd aan de georganiseerde misdaad, de Camorra. Ook wordt er gekeken naar valsmunterij. Voor 50 euro kan 200 euro aan vals geld worden gekocht. In de wijk rondom het centraal station van Napels heeft de politie niets te vertellen; de Camorra is er heer en meester.