Meester de Béco staat een cliënt bij die wordt beschouwd als het brein achter de spectaculaire diamantroof op het tarmac van Zaventem. Bij de overval werd voor tientallen miljoenen aan diamanten buitgemaakt. Meester Gillis pleit voor twee cliënten die er van beschuldigd worden lid te zijn van een internationale drugsbende die gespecialiseerd is in het opzetten van drugsplantages. En meester Vandemeulebroucke wordt door een Antwerpse onderzoeksrechter beschuldigd van schending van het beroepsgeheim en lidmaatschap van een criminele organisatie.