Am Samstagmorgen erwacht Janek Mattias Mitter in seiner Wohnung. Die Badezimmertür ist verschlossen. Da er kein Geräusch hört, öffnet er die Tür von außen. Seine Frau Eva liegt in der Badewanne. Sie ist ertrunken.
Mitter erzählt Kommissar Van Veeteren, dass er sich an nichts von der vergangenen Nacht erinnere, außer dass er und seine Frau viel getrunken und Liebe gemacht hätten. Da weitere Ermittlungen ergebnislos bleiben, bleibt Mitter der Hauptverdächtige. Er wird für schuldig befunden und in eine psychiatrische Klinik eingewiesen. Kurz darauf ereignet sich ein zweiter Todesfall.
Op zaterdagochtend ontwaakt Janek Mattias Mitter in zijn appartement. De deur van de badkamer zit op slot. Als hij geen geluiden hoort, opent hij de deur van buitenaf. In de badkuip ligt zijn vrouw Eva. Ze is verdronken.
Aan commissaris Van Veeteren verklaart Mitter dat hij zich niets van de voorafgaande nacht kan herinneren. Behalve dat hij en zijn vrouw veel hebben gedronken en de liefde hebben bedreven. Omdat onderzoek verder niets oplevert, blijft Mitter verdachte nummer één. Hij wordt schuldig bevonden en opgesloten in een psychiatrische gevangenis. Korte tijd later is er een tweede dode te betreuren.