De geboorte van Filip op 15 april 1960 is groot nieuws, het land is in extase. Na de geboorte van Astrid en Laurent is de liefde tussen Albert en Paola echter voorbij. De kinderen kennen een moeilijke jeugd waarbij ze vooral door nanny's worden opgevoed, terwijl Albert en Paola het te druk hebben met hun affaires. Filip keert in zichzelf. Toch heeft hij al op jonge leeftijd een groot plichtsbesef en is doordrongen van het idee dat hij ooit koning wordt.
Filip gaat naar de Koninklijke Militaire School. Daar voelt hij zich goed en haalt het brevet van gevechtspiloot. Toch loopt hij wat verloren, Boudewijn vraagt aan Guy Mertens om zich over zijn neef te ontfermen. Het klikt, en de twee reizen de wereld rond. In 1991 spreekt Herman Liebaers de woorden "Hij kan het niet", de facto een karaktermoord op Filip. Na de dood van Boudewijn twee jaar later blijft Filip ontredderd achter. Enkele moeilijke jaren breken aan.
Na de dood van Boudewijn denken veel mensen dat Filip koning wordt. De wil van Albert om koning te worden verwijst Filip echter naar de wachtkamer van de troon. Prins Filip leidt intussen vele handelsmissies en ontmoet Mathilde, de vrouw met wie hij zal huwen. Samen bouwen ze een liefdevol nest voor hun 4 kinderen, in schril contrast met zijn eigen pijnlijke jeugdjaren. Intussen raakt ook bekend dat Albert een buitenechtelijke dochter heeft: Delphine Boël. Het nieuws slaat in als een bom.
Op 21 juli 2013 legt Filip de eed af in een tot de nok gevuld parlement. Een nieuwe koning, een nieuwe wind. Filip stelt zijn eigen entourage samen en stippelt een nieuwe communicatiestrategie uit. Maar dotatieperikelen en een interview door Albert en Paola, zonder medeweten van het Paleis, verkilt de relatie tussen Filip en zijn ouders. Filip toont leiderschap en tot verbazing van zijn vele critici vervult hij zijn rol als staatshoofd met uitzonderlijke kunde. Hij kan het dan toch wel.