Ruben is in het kankerziekenhuis in Noord-India, het enige toevluchtsoord voor arme kankerpatiënten uit een gebied met honderden miljoenen inwoners. Het maakt deel uit van een immens ziekenhuiscomplex dat nog het meest op een kleine stad lijkt. In de chaos en ellende proberen toegewijde dokters zoveel mogelijk mensen, zo snel mogelijk te helpen. Ruben ontdekt hulpverlener Kiran, een onverwoestbaar sterke vrouw, ogenschijnlijk immuun voor het verdriet om haar heen. Ook de ‘burgemeester’ van deze medische stad, een longarts, lijkt onaangedaan onder de chaos. Wat is er nodig om je als dokter staande te houden? Is het hebben van een roeping voldoende? Of is geloof in het lot onontbeerlijk?