Sirak Asfaw, ooit gevlucht uit Ethiopië, kwam ongevraagd in een nachtmerrie terecht. Sirak stelt zijn huis in Rotterdam regelmatig open voor landgenoten op doorreis. Een van hen plaatste een koffer in de logeerkamer. Na een paar maanden vond Sirak het verdacht en opende de koffer. Er bleek een gestolen keizerskroon in te zitten. Dat was in 1998. Sirak wilde de gestolen kroon terugbrengen naar Ethiopië, maar wist dat de risico's te groot waren: er was veel corruptie in Ethiopië. Twintig jaar droeg hij dit geheim met zich mee. Toen riep hij de hulp in van Arthur Brand.
Sirak Asfaw, ooit gevlucht uit Ethiopië, kwam ongevraagd in een nachtmerrie terecht. Sirak stelt zijn huis in Rotterdam regelmatig open voor landgenoten op doorreis. Een van hen plaatste een koffer in de logeerkamer. Na een paar maanden vond Sirak het verdacht en opende de koffer. Er bleek een gestolen keizerskroon in te zitten. Dat was in 1998. Sirak wilde de gestolen kroon terugbrengen naar Ethiopië, maar wist dat de risico's te groot waren: er was veel corruptie in Ethiopië. Twintig jaar droeg hij dit geheim met zich mee. Toen riep hij de hulp in van Arthur Brand.