De eerste aflevering van De kijk van Koolhoven staat in het teken van de spaghettiwestern, de rauwe Italiaanse versie van de western, die in de jaren zestig opkwam. De film waarmee het genre begon was A Fistful of Dollars van Sergio Leone, onmiskenbaar de grootste regisseur van het genre. Maar de spaghettiwestern was meer dan Leone alleen. Het werd een ware hausse: op het hoogtepunt werden er zo’n 250 spaghettiwesterns per jaar geproduceerd, de een nog uitbundiger en krankzinniger dan de andere. Griekse tragedies zijn bewerkt tot western, net als Carmen, Shakespeare en de moord op John F. Kennedy; er bestaan getekende westerns en een western met alleen maar kinderen. ‘Spaghettiwestern,’ meent Martin Koolhoven, ‘het mooiste genre dat er is.’
De tweede aflevering van De kijk van Koolhoven heeft geen genre, maar een thema: water en boten. Een boot in je film is vragen om moeilijkheden, maar daarom niet minder leuk. Dit keer geen genre maar een thema. Op de filmacademie waarschuwen ze al voor de drie b’s: baby’s, beesten en boten. Verwerk een boot in je scenario en je stevent af op een ramp. Filmen op het open water is vragen om moeilijkheden, er zijn voorbeelden te over die bewijzen dat de zee zich onmogelijk laat regisseren. ‘Maar het heeft wel heel mooie films opgeleverd,’ constateert Koolhoven. Met onder meer Jaws, The Abyss, Pirates of the Caribbean en Dead Calm.
In de derde aflevering van De kijk van Koolhoven staat horror centraal. En dan wel de Europese variant, eurohorror, die traditioneel altijd net even iets nastier is. Dat begon al met Das Cabinet des Dr. Caligari uit 1920 en die lijn wordt tot op de dag vandaag doorgetrokken, met films als Let the Right One In. Geweld en erotiek spelen ook een grote rol in de zogeheten giallo’s, de Italiaanse versie. In een giallo kan een kat het hebben gedaan, of heeft de moordenaar de stem van Donald Duck. Meester van het genre is Dario Argento, die klassiekers als Suspiria en Profondo Rosso op zijn naam heeft staan. Ook de meest prangende vraag van allemaal komt aan bod: hoe hoort bloed eruit te zien? ‘Altijd lastig’, zegt Koolhoven, die bloed in films vaak te licht van kleur vindt.
Toen in 1981 The Road Warrior van George Miller uitkwam, het vervolg op Mad Max, en het een groot wereldwijd succes werd, was er een nieuw genre geboren: de post-apocalyptische film. De apocalyps is een Bijbelse verwijzing naar het einde der tijden, die in dit geval dus al heeft plaatsgevonden. Het is de natte droom van veel filmregisseurs: een hele nieuwe wereld kunnen bouwen op de oude, waarbij je alleen die elementen van vroeger behoudt die je van pas komen. De post-apocalyptische film kent vele varianten, maar een van de meest voorkomende is het verhaal van één mens die achterblijft op een verwoeste aarde. Maar helemaal alleen, dat weet elke filmfan, blijft die ene mens nooit.
Film noir is de wereld van rauwe detectives, corrupte agenten en femme fatales. Daarover gaat aflevering vijf van De kijk van Koolhoven. De Franse criticus Nino Frank zag in 1946 een aantal recente films uit de Verenigde Staten, die hij door de Tweede Wereldoorlog niet had kunnen zien. Vooral de pessimistische toon, vaak zelfs tegen het cynische aan, was hem opgevallen. Hij doopte de films om tot zwarte film, oftewel film noir. Martin Koolhoven, kernachtig: ‘Film noir, dat is een vrouw met een verleden en een man zonder toekomst.’ Kenners beweren dat film noir ophield bij Touch of Evil van Orson Welles uit 1958. Maar geen ander genre is zo invloedrijk gebleken: moderne klassiekers als Lost Highway en Drive zijn schatplichtig aan film noir.
Seks en film, het is nog steeds een ongemakkelijk huwelijk. De zesde en laatste aflevering van De kijk van Koolhoven staat in het teken van erotica. ‘Seks is in het alledaagse leven meestal een harmonieuze aangelegenheid’, aldus Koolhoven. ‘Maar een film moet het hebben van drama. Dus hoe doe je dat?’ In De kijk van Koolhoven voorbeelden van hoe het wel moet, van Tarzan and his Mate, Amarcord en 800 Balas tot A History of Violence en Dressed to Kill. Met vanzelfsprekend een glansrol voor Paul Verhoeven. Plus voorbeelden uit de praktijk. Want seks op de set, het blijft volgens Koolhoven ‘een dingetje.’
Martin Koolhoven zocht de meest geslaagde remakes, sequels en prequels uit en laat aan de hand van James Bond en Indiana Jones zien waarom de ene film zich beter leent voor een vervolg dan de andere. De hausse aan remakes, sequels, prequels en dergelijke die Hollywood overheerst is reden tot klagen, want originele speelfilms worden steeds schaarser. Maar Koolhoven laat aan de hand van Spider-Man: Into the Spider-Verse, Ben Hur, Terminator 2: Judgment Day en The Thing zien dat het ook mogelijkheden biedt.
Net als de horrorfilm gaat de misdaadfilm in Europa net even verder dan elders. Martin Koolhoven behandelt voor deze aflevering onder meer La Haine uit Frankrijk, Sexy Beast uit Engeland en M uit Duitsland. Speciale aandacht krijgt Italië, waar in de jaren zeventig in navolging van Amerikaanse films als Death Wish, Dirty Harry en The French Connection de Poliziesco welig tierde. In De kijk van Koolhoven aandacht voor de meest krankzinnige achtervolgingen en soms verrassend sterke scènes, die niet zelden goed verstopt zijn.
Buitenaardse wezens zijn een heerlijk gegeven voor een filmmaker, meent Martin Koolhoven. Hiermee kunnen ze hun fantasie de vrije loop laten. Dat deed Ridley Scott dan ook in zijn klassiek geworden Alien, waarbij de buitenaardse wezens werden vormgegeven door kunstenaar H.R. Giger. In het vaak verfilmde The Invasion of the Bodysnatchers zijn de aliens juist niet te onderscheiden van mensen. Steeds weer terugkerend is de ontmoeting met de mens. Archetypisch is de ontmoeting uit The Day the Earth Stood Still uit 1951. In De kijk van Koolhoven is onder meer te zien hoe regisseurs als Steven Spielberg en Tim Burton deze ontmoeting hebben aangepakt.
De gangster is een van de meest iconische figuren in de Amerikaanse cinema. Begin jaren negentig kreeg de gangsterfilm weer een enorme boost door Reservoir Dogs, het debuut van Quentin Tarantino. Aan de hand van klassieke films in het genre laat Martin Koolhoven in deze aflevering zien hoe het acteren is veranderd: van de klassieke opvatting van James Cagney, Humprey Bogart en Edward G. Robinson naar de 'method acting' van Marlon Brando, Al Pacino en Robert De Niro. De staalkaart van de 'method acting' was natuurlijk het grandioze eerste deel van The Godfather. 'Als die niet hebt gezien,' zegt Koolhoven, 'dan praat ik niet meer met je.'
Met zoveel goede gangsterfilms uit Amerika kon er makkelijk een tweede aflevering van De kijk van Koolhoven worden gemaakt. Dit keer ligt de nadruk op de regisseurs die in de loop van de jaren zeventig en tachtig naam maakten: denk aan Martin Scorsese en Brian de Palma. Zij waren zich bewust van de geschiedenis van cinema en dat zie je duidelijk terug in films als Goodfellas en The Untouchables. Met Miller’s Crossing van de Coen Brothers waagt een andere generatie zich weer aan de gangsterfilm. Zij citeren op hun beurt weer ruimhartig uit The Godfather.
Martin Koolhoven bespreekt Back to the Future, Groundhog Day, Idiocracy en Looper. Hij legt uit hoe wetenschapper Stephen Hawking heeft bewezen dat tijdreizen helemaal niet kan. In The Time Machine uit 1960 gaat de tijdreiziger naar de toekomst, omdat hij vooral benieuwd is hoe de vooruitgang eruit zal zien. In Back to the Future gaat de hoofdpersoon terúg in de tijd. De vraag is dan altijd: kun je daarmee het heden veranderen of niet? Koolhoven bespreekt verder Groundhog Day, waarin de hoofdpersoon een dag telkens opnieuw beleeft, en Idiocracy, waarin de wereldbevolking alsmaar dommer wordt.
Wat hebben filmklassiekers als Rebel without a cause, Stand by me, The Graduate en American Graffiti allemaal met elkaar gemeen? Het zijn films over volwassen worden, of coming of age-films, zoals de Engelsen het zeggen. Het begrip is eigenlijk onvertaalbaar, want 'meerderjarig worden' dekt de lading niet. In de filmgeschiedenis staat het voor zo veel méér, over opgroeien in de meest brede zin van het woord.
Sport is een ideaal vehikel voor filmmakers. ‘Wat je niet wil als regisseur, is statische dingen en sport beweegt sowieso,’ aldus Martin Koolhoven. ‘Sport heeft van zichzelf drama en is heel goed te gebruiken als metafoor voor het leven.’
Onder de dystopische films zitten opvallend veel klassiekers, zoals The Matrix, Metropolis en 1984. Ook gaat het in deze aflevering van De kijk van Koolhoven over artificiële intelligentie en onze natuurlijke angst daarvoor. Films als 2001: A Space Odyssey en Blade Runner, zo legt Koolhoven uit, zijn allemaal moderne varianten op Pinocchio.
De vampier is altijd een rijke inspiratiebron geweest voor filmmakers, met name de bekendste: Dracula. Francis Ford Coppola maakte een Dracula-verfilming, Roman Polanski waagde zich aan het fenomeen vampier. Maar deze aflevering gaat vooral ook over acteren, met Tom Cruise, Klaus Kinski en Nicolas Cage. Welke acteur is zo gek een kakkerlak te eten voor een rol? Cage dus, in 'Vampire's Kiss'.
Transformatie is altijd een wezenlijk bestanddeel van speelfilm. ‘Een verhaal is per definitie verandering anders heb je geen verhaal’, aldus Martin Koolhoven. Maar aardig wat films hebben transformatie zélf als thema. Denk aan The Fly van David Cronenberg, waarin Jeff Goldblum langzaam verandert in een vlieg. Of The Mask waarin Jim Carrey een groene playboy wordt: 'Smoking!'. Weerwolven, zombies, Dr. Jekell and Mr. Hyde en The Incredible Shrinking Man komen allemaal ter sprake in deze aflevering van De kijk van Koolhoven.
'Waanzin is enorm interessant voor film,' meent Martin Koolhoven, ‘omdat je zo ook de maatschappij kan bekritiseren. Is dit wel allemaal zo normaal?’ In deze aflevering van De kijk van Koolhoven allerlei verschillende soorten van waanzin: de gekmakende oorlog in The Deer Hunter, de briljante psychopaat en seriemoordenaar Hannibal Lector in The Silence of the Lambs en de door de samenleving gestoord geworden maniak in The Joker. Ze leverden allemaal grote, meeslepende rollen op. ‘Het is natuurlijk ook de natte droom van iedere acteur om iemand te spelen die waanzinnig is,’ aldus Koolhoven.