In een tijdspanne van zes jaar won Rik van Looy twee keer de Ronde Van Vlaanderen en drie keer Parijs-Roubaix. Hij was de absolute patron van het peloton tot er in 1966 een nieuwe wielergod op het toneel verscheen: Eddy Merckx. De fakkeloverdracht verliep niet zonder slag of stoot. Merckx beschuldigde Van Looy in de media van wieltjeszuigen en het hek was van de dam. De strijd kende een hoogtepunt in de Ronde Van Vlaanderen van 1968. Toen vond Rik een bondgenoot in Walter Godefroot. Hij was in die tijd de enige die in staat was Merckx te verslaan in de kasseiklassiekers.
In het begin van de jaren ‘70 is een sluwe West-Vlaming met snelle benen de topfavorieten te snel af in de Ronde van Vlaanderen: Eric Leman. Hij wint ‘Vlaanderens mooiste’ drie keer in vier jaar tijd. Toch moet Lemantje vechten voor elke gram respect van de pers, van de concurrentie en vooral van Walter Godefroot. De twee kemphanen Leman en Godefroot gunnen elkaar niets en rijden op de kasseien meer tegen elkaar dan voor de overwinning. De onbetwiste patron van het peloton blijft intussen eeuwige winnaar Eddy Merkcx. Hij geeft Leman ruim dertig jaar na de feiten een verdiend eerherstel. Roger De Vlaeminck laat het allemaal niet aan zijn hart komen. Hij wint drie keer in de Hel van het Noorden en wordt beetje bij beetje wie hij vandaag is: Monsieur Paris-Roubaix.
In 1976 wordt de Koppenberg voor het eerst in de Ronde van Vlaanderen opgenomen en dat zorgt meteen voor spektakel. Het is niet toevallig daar dat Freddy Maertens in de beruchte Ronde van 1977 van fiets wisselt. Die editie is de meest besproken ooit, maar meer dan dertig jaar na de feiten komen er nog altijd onthutsende verklaringen naar boven. Winnaar Roger De Vlaeminck en Freddy Maertens getuigen alsof het gisteren was. De Vlaeminck wint datzelfde jaar nog Parijs-Roubaix en vestigt daarmee het historische record van vier overwinningen. In 1978 is Walter Godefroot 35 jaar maar nog niet versleten. Hij laat weer van zich horen in de Ronde van Vlaanderen en wint tien jaar na zijn eerste zege. Zo sluit hij een roemrijke Flandrien-generatie af. De roep naar een opvolger daarna is groot. Als snel wordt Eric Vanderaerden door de media gelanceerd als de nieuwe Merckx en hij moet de grote verwachtingen inlossen…
In 1988 staat Eddy Planckaert voor het eerst in zijn loopbaan als absolute kopman aan de start van de Ronde van Vlaanderen. In het truitje van ADR en dus zonder kopman Eric Vanderaerden. En met succes, want Planckaert wint na acht jaar z’n eerste grote klassieker. Twee jaar later schrijft hij op onnavolgbare wijze ook nog Parijs-Roubaix achter zijn naam. Planckaert is een laatbloeier, in tegenstelling tot zijn opvolger Edwig Van Hooydonck. Die is pas 22 als hij in 1989 de harten van wielerminnend Vlaanderen verovert in de Ronde van Vlaanderen. Op het hoogste schavotje laat een dolgelukkige Van Hooydonck zijn tranen de vrije loop. In de Ronde van 1991 herhaalt hij dit succes, maar de tranen blijven achterwege. Het laatste hoogtepunt uit een veel te korte carrière. Bovendien moet Van Hooydonck afrekenen met een opkomende West-Vlaming die in het klassieke werk van de jaren ‘90 geen gelijke zal kennen: Johan Museeuw.
Johan Museeuw fietst een indrukwekkend palmares bij elkaar en wordt steeds meer de Leeuw van Vlaanderen. Maar in 1998 slaat in Parijs-Roubaix het noodlot toe. Museeuw komt zwaar ten val op de gladde kasseien van Wallers en er wordt gevreesd voor het einde van zijn carrière. Maar een Flandrien blijft vechten, ook na de zwaarste tegenslagen. De Leeuw bijt terug met bravoure en wint nog tweemaal de Helleklassieker. Ondertussen rijdt in het peloton een alerte Oost-Vlaming vaak in de buurt van Museeuw: Peter Van Petegem. Al doende leert hij van de meester en in de Ronde van Vlaanderen van 1999 waagt Van Petegem zelf zijn kans. In een prestigesprint met godenkind Frank Vandenbroucke en idool Museeuw wint Van Petegem Vlaanderens mooiste. Drie jaar later toont een jonge Flandrien uit Balen dat hij klaar is om de fakkel van de oude generatie over te nemen: Tom Boonen.
In 2003 wint na 26 jaar nog eens een Belg de dubbel Ronde van Vlaanderen én Parijs-Roubaix: Peter Van Petegem. Ons wielerland baadt in de luxe, want amper twee jaar later doet Tom Boonen hem dat huzarenstuk na. Boonen wordt in 2005 een wereldster in Vlaanderen en doet daar nog een schepje bovenop door de Ronde van 2006 in de regenboogtrui te winnen. De hype is enorm, maar er verschijnt een kaper op de kust. Niemand minder dan ploegmaat Stijn Devolder verrast Boonen in de Ronde van 2008. De ambitieuze Devolder heeft lak aan het kopmanschap van Boonen en het ploegenspel van Quickstep. Hij houdt niet van de oortjes en gaat resoluut voor eigen succes. Vanaf dan moeten Boonen en Devolder de winst in Vlaanderens Mooiste en de Hel van het Noorden onder elkaar verdelen. En dat gaat niet zomaar zonder slag...