Begin van de Eerste Wereldoorlog. Na de eerste schoten vluchten zowat iedereen het dorp uit. Dore, Melanie en hun gezin krijgen de opdracht een duits soldaat in hun herberg te verzorgen. De Duitsers bezetten het dorp en sommigen doen er alles aan om bij hen in de gratie te staan.
De postbode brengt berichten over gesneuvelde soldaten. Meester Noteleirs schrijft naar zijn zoon aan het front. Karl probeert Jeanne voor zich te winnen, maar die denkt nog steeds aan Otto. Dore wordt stilaan rijk en verraad elke smokkelaar die niet met hem wil samenwerken. Jeanne bezoekt Otto in Brussel. Julie, ziet hen en vertelt dit aan Karl, die smoorverliefd is op Jeanne. Karl bedrinkt zich en bedreigt Dore. Deze vermoordt hem op een veldweg.
De Oorlog loopt ten einde. De Duitse soldaten beginnen te rebelleren. Zwangere Jeanne moet afscheid nemen van Otto. Na de wapenstilstand wordt meester Noteleirs aangehouden voor collaboratie en wordt er brand gesticht bij Vlaamsgezinden. Dore wordt aangesteld als beheerder van Katangese aandelen. Hij beseft niet dat dit het begin van zijn ondergang betekent.