Het is oktober en plantseizoen in de Bollenstreek. De ene bollenjongen ziet het als een nieuwe start op weg naar de lente, voor de ander is de lente nog ver weg omdat je tijdens het planten in de herfst vaak in de regen loopt. Johan is bij Daan die zijn volle kisten met bollen eindelijk uit de schuur kan halen om te gaan planten. Daan vertelt dat hij bijna piloot had geweest, maar dat hij de bollen zo miste dat hij er toch voor gekozen heeft om in het bedrijf van zijn ouders te gaan. Bij het laden van de kisten op een kar moet Daan dekking zoeken als Johan hem een handje helpt. Op beelden van begin jaren 50 is te zien dat de tulpen vroeger nog stuk voor stuk met de hand geplant werden. Een enorm verschil met de vier miljoen tulpen die Daan vandaag plant op een veld van drie hectare. Dat het overigens niet vanzelfsprekend is dat Daan het bedrijf van zijn ouders overneemt vertelt zijn vader Patrick: “Voordat je dit vak onder de knie hebt, ben je zeven, acht jaar verder. En Daan moet zi