Eind jaren ‘60 baadt het Belgische wielrennen in weelde. Het is de gouden tijd van Merckx, Godefroot, Verbeeck, Van Springel. En dan staat er ook nog een jong en ongedurig talent uit Roeselare te trappelen om zich met hen te meten: Jean-Pierre Monseré. Samen met boezemvriend Roger De Vlaeminck wil hij ‘die Brusselaar’ eens een lesje leren
Eind jaren ‘60 baadt het Belgische wielrennen in weelde. Het is de gouden tijd van Merckx, Godefroot, Verbeeck, Van Springel. En dan staat er ook nog een jong en ongedurig talent uit Roeselare te trappelen om zich met hen te meten: Jean-Pierre Monseré. Samen met boezemvriend Roger De Vlaeminck wil hij ‘die Brusselaar’ eens een lesje leren