Vraag een Parijzenaar naar de meest bekende Belgische sporter en de kans is groot dat hij antwoordt: driver Jos Verbeeck. De Winnetou uit Wolfsdonk, een gehucht van Aarschot, heeft vier keer de Prix d'Amérique gewonnen op de legendarische baan van Vincennes. Hoger kun je in de drafsport niet reiken.
Het is voorgoed gedaan met de duffe sfeer op de Belgische renbanen als de onstuimige Verbeeck daar begin jaren tachtig voor het eerst verschijnt. "Hij was direct een winnaar", zegt zijn collega-driver en inspirator Marcel Martens. Verbeeck, wiens talent onmiskenbaar is, bluft zich een weg naar de top. Als de Belgische drafsport eind jaren tachtig door een fraudeschandaal implodeert, neemt Verbeeck de wijk naar Frankrijk, dé drafnatie in Europa. Verbeeck is 32, spreekt geen woord Frans en heeft zijn bezittingen in twee koffers gepropt. "Ik ging gewoon op avontuur", blikt Verbeeck terug.
De Franse drafwereld bekijkt hem in eerste instantie meewarig, tot Verbeeck in 1992 het pad kruist van een zakenman uit Hamburg. Harald Grendel wil met Sea Cove, een hengst van Canadese origine, Europa veroveren. Verbeeck, die als geen ander de gedachten van een paard kan lezen, en Sea Cove worden een gouden combinatie. In '94 winnen ze samen de gegeerde Prix d'Amérique.
Vanaf die dag zoemt de naam van Verbeeck door Frankrijk. Hij is de held van de renbaan én de beau monde. Want: Verbeeck is ook een nachtdier. Geen maand gaat voorbij of Verbeeck zorgt wel ergens voor deining. In België hangt hem lange tijd een gevangenisstraf boven het hoofd en de Franse federatie is hem na verloop van tijd ook liever kwijt dan rijk. Eind jaren negentig gaat een leven in het epicentrum van de jetset zijn tol eisen.
Maar Verbeeck is nog niet klaar met zijn criticasters. In januari 2003 heeft hij, opnieuw op de renbaan van Vincennes, een afspraak met de geschiedenis.
Vraag een Parijzenaar naar de meest bekende Belgische sporter en de kans is groot dat hij antwoordt: driver Jos Verbeeck. De Winnetou uit Wolfsdonk, een gehucht van Aarschot, heeft vier keer de Prix d'Amérique gewonnen op de legendarische baan van Vincennes. Hoger kun je in de drafsport niet reiken.
Het is voorgoed gedaan met de duffe sfeer op de Belgische renbanen als de onstuimige Verbeeck daar begin jaren tachtig voor het eerst verschijnt. "Hij was direct een winnaar", zegt zijn collega-driver en inspirator Marcel Martens. Verbeeck, wiens talent onmiskenbaar is, bluft zich een weg naar de top. Als de Belgische drafsport eind jaren tachtig door een fraudeschandaal implodeert, neemt Verbeeck de wijk naar Frankrijk, dé drafnatie in Europa. Verbeeck is 32, spreekt geen woord Frans en heeft zijn bezittingen in twee koffers gepropt. "Ik ging gewoon op avontuur", blikt Verbeeck terug.
De Franse drafwereld bekijkt hem in eerste instantie meewarig, tot Verbeeck in 1992 het pad kruist van een zakenman uit Hamburg. Harald Grendel wil met Sea Cove, een hengst van Canadese origine, Europa veroveren. Verbeeck, die als geen ander de gedachten van een paard kan lezen, en Sea Cove worden een gouden combinatie. In '94 winnen ze samen de gegeerde Prix d'Amérique.
Vanaf die dag zoemt de naam van Verbeeck door Frankrijk. Hij is de held van de renbaan én de beau monde. Want: Verbeeck is ook een nachtdier. Geen maand gaat voorbij of Verbeeck zorgt wel ergens voor deining. In België hangt hem lange tijd een gevangenisstraf boven het hoofd en de Franse federatie is hem na verloop van tijd ook liever kwijt dan rijk. Eind jaren negentig gaat een leven in het epicentrum van de jetset zijn tol eisen.
Maar Verbeeck is nog niet klaar met zijn criticasters. In januari 2003 heeft hij, opnieuw op de renbaan van Vincennes, een afspraak met de geschiedenis.