In 1960 verloor Roger Moens de Olympische finale van de 800 meter in de allerlaatste centimeters aan de Nieuw-Zeelander Peter Snell. Had hij, zoals de volksmond wil, te vaak omgekeken? Of was Snell, zoals Moens volhoudt, gewoon te snel? In Rome verspeelde Moens in ieder geval zijn laatste kans op goud. Vier jaar daarvoor had hij, als wereldrecordhouder, al in extremis afgezegd voor de Spelen. Hij was, in de voorbereiding op een atletiekinterland, tegen een paaltje aangelopen op een tennisveld en had zich daarbij lelijk geblesseerd.