Jaarlijks melden zo’n tweeduizend jongens en meisjes zich aan voor de vliegeropleiding, maar minder dan zeventig van hen overleven de eerste selectiedagen. Zij hebben bewezen te beschikken over de benodigde ijzersterke concentratie en stalen zenuwen en kunnen beginnen aan de opleiding. Maar de afvalrace gaat door. Zware psychische en fysieke beproevingen scheiden ook nu weer het kaf van het koren, want de opleiding is duur en het beroep veeleisend. Wie weerstaat 5x de zwaartekracht in de g-krachtensimulator, behoudt zijn oriëntatie in de vliegsimulator of bezwijkt zonder zuurstof in de drukcabinekamer? Wie kan in het heetst van de strijd met de techniek, snelheid en zwaartekracht nog beslissingen nemen over leven en dood? Er is euforie: De eerste vlucht, de eerste solovlucht. Maar ook teleurstelling. Voor 30% is de opleiding te zwaar en spat de droom uiteen. Dertig leerlingen vervolgen hun droom, maar slechts een handvol krijgt de kans om in Amerika jachtvlieger te worden. Daar, in het land waar dromen werkelijkheid worden, is de vliegopleiding alleen weggelegd voor de elite. Alles gaat steeds sneller. Het vliegtuig, het denken, het beslissen en het handelen. Traagheid wordt direct afgestraft. Met de finish in zicht is afvallen nog steeds mogelijk, want alleen de top haalt de eindstreep en is geschikt voor de cockpit van een F16. Voor hen is the sky the limit. Alleen zij krijgen de felbegeerde ‘wing’ en mogen zich ‘the best of the best’ noemen.