Dieter en Kevin ontwerpen en bouwen hun bootje. Na een warm afscheid van hun familie varen ze uit met De Goudvis. Het belooft al meteen een heel spannende eerste vaardag te worden. Ze hebben enkele hartelijke ontmoetingen in Kortrijk, Ooigem, Astene en Sint-Martens-Leerne, waar ze telkens heel gastvrij ontvangen worden.
Kevin en Dieter ontwaken in Sint-Martens-Leerne en besluiten rechtstreeks naar Gent te varen. Ze komen terecht in hevige regen en onweer, en moeten noodgedwongen schuilen. In Gent geraken ze niet onder de lage brugjes door met De Goudvis, en hebben ze hulp nodig om hun dak naar beneden te halen. Ze mogen mee gaan barbecueën met een jong Gents koppel en hun vriendengroep. De volgende dag varen ze naar Schellebelle met een tussenstop in Merelbeke. Ze leren weer heel wat nieuwe mensen kennen.
Dieter en Kevin zitten bijna in de helft van hun tocht en krijgen een verrassingsbezoek van Jacotte Brokken om dat te vieren. Tijdens hun vaartocht worden ze aan de kant gehouden door de scheepvaartpolitie. In Klein-Willebroek mogen ze lunchen bij een koppel dat langs het water woont. Kevin en Dieter varen ook langs het Zennegat waar ze hartelijk ontvangen worden op een woonboot en er mogen logeren. Ze maken een tussenstop in Lier en proeven er de Lierse streekspecialiteit. Vervolgens belanden ze in Viersel bij een bizonboerderij die wordt uitgebaat door een sympathieke familie.
Dieter en Kevin varen het Albertkanaal op en zitten zo op het snelvaartkanaal voor beroepsvaarders. Ze zijn benieuwd naar hoe het eraan toe gaat op zo'n groot binnenschip en vragen om aan boord te gaan. Tijdens hun zoektocht naar een slaapplek belanden ze bij de brandweer van Geel waar ze helpen bij het kuisen van de ambulances. Voor hun allerlaatste nacht meren ze aan op het Zilvermeer van Mol waar ze de nacht doorbrengen op De Goudvis. Het einde van hun vaartocht is in zicht. Ze varen in een rechte lijn naar Lommel en zijn verrast door de vele mensen die ze tijdens hun tocht hebben ontmoet en hen nu staan op te wachten.