Freek Vonk laat zien hoe Australië aan zijn unieke dierenleven is gekomen. Hij vertelt hoe het continent Australië 50 miljoen jaar geleden wegdreef bij de andere continenten. Daardoor heeft de dierenwereld zich anders ontwikkeld en vind je de evolutie in alle stadia terug. Freek laat de simpelste dierlijke levensvorm zien: Stromatolieten, eencellige organismen. Een groot deel van deze evolutie heeft in Australië geïsoleerd van de rest van de wereld plaatsgevonden. Daarom zijn veel van de dieren die hier zijn ontstaan nergens anders ter wereld terug te vinden. Bijvoorbeeld: de kangoeroe. Er zijn maar liefst 50 verschillende soorten. Freek gaat met enkele onderzoekers mee het veld in, om kangoeroes een zender te geven. Daarna gaat hij naar een koalaziekenhuis, waar koalaberen met de geslachtziekte chlamydia worden behandeld. Tot slot gaat Freek op survivaltocht in Arnhem land. De Aboriginal waar Frank mee op pad gaat, heeft de jacht vooral als hobby, terwijl het voor zijn opa een full time job was.
Australië herbergt als continent het grootste aantal giftige dieren en toch vallen er maar weinig doden. De Aboriginals leefden nog in harmonie met de natuur, maar de 22 miljoen mensen die er tegenwoordig wonen, komen regelmatig in aanvaring met de dieren waarmee ze dit enorme land delen. Dat levert soms gevaarlijke situaties op. Bijvoorbeeld in het geval van de zeer giftige Brown snakes, die voorkomen in stedelijke gebieden. Freek gaat met een slangenexpert mee, die meldingen krijgt als er giftige slangen in woonwijken worden gesignaleerd. Voor de grootste problemen zorgen de dieren die de mensen zelf hebben meegenomen naar Australië, in de hoop dat zij nuttig zouden zijn. Een voorbeeld daarvan is de reuzenpad. In de jaren twintig van de vorige eeuw werden ze ingezet om insecten te bestrijden op de plantages in het Noord-Oosten van Australië, maar inmiddels vormen ze een ware plaag. In een opvangcentrum ziet Freek dieren die het slachtoffer zijn geworden van menselijke activiteiten. Daarna bezoekt Freek een Emoe Farm, waar emoe's als productiedier worden gehouden. Het dier werd in de jaren twintig van de vorige eeuw nog bijna uitgeroeid, tegenwoordig is de emoe populairder dan ooit. Daarna stuit Freek op één van de vele bosbranden. Hij krijgt uitleg over de schade die de branden aanrichten, maar ook over het nut van bosbranden voor het ecosysteem. Tot slot gaat Freek langs bij het Lizard lab, bij de Macquarie University van Sydney. Hier mag hij mee met onderzoekers die in de stad veldonderzoek doen naar zogenaamde water dragons. Ze vangen deze grote reptielen midden in Sydney, op vijf minuten rijden van de universiteit.
Van alle slangen wereldwijd is maar 15 procent giftig, maar in Australië is dat meer dan de helft. Verder zijn er giftige kikkers, kwallen, vissen en zeeslangen. In deze aflevering laat Freek deze giftige dieren zien en gaat hij het gif van enkele dieren 'melken'. In de woestijn vangt Freek de giftigste slang ter wereld, de Inland Taipan. Zijn gif brengt hij naar het laboratorium van de Universiteit van Sydney, waar onderzoek gedaan wordt naar de mogelijkheden van slangengif voor het maken van medicijnen. Ook een onopvallende boomkikker is interessant voor de medische wetenschap. Freek legt uit dat wetenschappers een middel hebben kunnen destilleren uit de huid van de boomkikker dat wordt gebruikt bij de bestrijding van het hiv-virus. Een dier dat giftig lijkt maar het niet is, is de Blauw tong skink. Het is een kleine moeite voor Freek om er een te vangen. Tot slot gaat Freek samen met onderzoeker Bryan Fry op zoek naar het giftigste dier ter wereld: de Australische Zeewesp. Deze zeewesp is misleidend door zijn naam en is geen wesp, maar een kwal. Interessant weetje: één kwal heeft genoeg gif in zijn tentakels om 60 mensen mee te doden. Het gif werkt bovendien razendsnel: binnen drie minuten is het dodelijk.
Het binnenland van Australië bestaat grotendeels uit woestijn. Daar leven bijzondere dieren die in extreme omstandigheden kunnen overleven. Vooral de koudbloedige dieren, zoals reptielen en slangen, die de zon nodig hebben om energie te krijgen. In deze aflevering laat Freek deze bijzondere dieren zien, maar hij vertelt ook wat wij mensen van hun slimme aanpassingen voor de hitte en droogte kunnen leren. Bijzonder is de bergduivel, die volledig geharnast is om zijn vijanden geen kans te geven. Bovendien kan hij met zijn lichaam iedere druppel water opvangen. Het wordt op mysterieuze wijze naar zijn mond gebracht, zodat hij het weinige water dat er in de woestijn is in zich op kan nemen. Freek legt uit hoe het systeem werkt. Een vreemde verschijning in de Australische binnenlanden zijn de dromedarissen. Ze zijn tussen 1840 en 1907 door ontdekkingsreizigers meegenomen om de binnenlanden mee in te trekken. De meeste dromedarissen zijn inmiddels verwilderd. Momenteel zijn er zo'n miljoen dieren, die met z'n allen veel schade aanrichten. Tot slot laat Freek in deze uitzending nog de reuzenvaraan zien. Een hagedis van maximaal 2,5 meter, die giftige slangen en zelfs wallabies eet. Pas sinds kort is bekend dat deze varaan giftig is. Freek vangt er één om alle details goed te kunnen laten zien.
Australië is wat diersoorten betreft een ware freakshow. Er hebben zich hier, onder invloed van extreme omstandigheden, de meest uitzonderlijke dieren geëvolueerd. Onder hen de gevaarlijkste vogel ter wereld: de kasuaris, een loopvogel die de aanval de beste verdediging vindt. In de buurt van Darwin komt Freek een kraaghagedis tegen die als hij opgewonden raakt zijn kraag opzet en zijn bek openspert. Een monsterlijk gezicht. Het dier is veel minder gevaarlijk dan je zou denken. Het is een typisch geval van: dress to impress. Tot slot is er aandacht voor de grootste krokodil ter wereld: de zoutwaterkrokodil. Hij mag met recht het grootste monster op aarde genoemd worden. In Australië vallen er ieder jaar ten minste twee mensen ten prooi. Freek heeft toestemming om er één te vangen. Die kans laat hij zich niet ontnemen.
Australië staat niet alleen bekend om zijn bijzondere landdieren, ook in de zeeën is het dierenleven spectaculair. Vooral in het Great Barrier Reef, het grootste koraalrif ter wereld, dat maar liefst 2600 kilometer lang is. Het staat op de Werelderfgoedlijst en wordt het zevende wereldwonder genoemd. Toch gaat het niet goed met het rif. Het is sinds 1985 al met de helft geslonken door de stormen, klimaatverandering en door een plaag van zeesterren die het koraal opeten. Freek gaat samen met een onderzoeker de zee op om de zeesterren te bestrijden. Aan de Oostkust komen in het najaar walvishaaien langs, de grootste vissen op aarde. Die heeft Freek nog nooit gezien en ze staan daarom heel hoog op zijn verlanglijstje. Freek trekt in bij de onderzoekers in een primitief Base Camp. Vanaf daar vertrekt de boot op zoek naar de reusachtige walvishaaien. Zij krijgen een zender, zodat men meer te weten komt over de enorme reizen die deze dieren afleggen.
Freek gaat op pad met een bioloog die unieke zoetwatervissen onderzoekt in de moerassen rond Darwin, zoals de rivierhaai en de zaagvis. Ze gaan op expeditie met een boot: dagenlang het water op en vissen in de bush. Daarna gaat hij op pad met krokodillen- en padden-expert, bioloog Ruchira Somaweera. In het kader van zijn onderzoek vangen ze een zoetwaterkrokodil. Freek vertelt het verhaal van de reuzenpadden die giftig zijn en al veel slachtoffers onder jonge krokodillen hebben gemaakt. Tot slot slaagt Freek er in om een zoetwaterhaai te vangen. Hij wordt gemeten, gewogen en er wordt bloed afgetapt. Doel is om meer over deze mysterieuze dieren te weten te komen, zodat ze beter beschermd kunnen worden.
Deze aflevering speelt zich af op het eiland dat Abel Tasman in 1642 ontdekt heeft: Tasmanië. Dit eiland (ter grootte van Nederland) heeft de natuurliefhebber veel te bieden. Het is lange tijd geïsoleerd geweest van het Australische vasteland, waardoor de fauna zich hier anders heeft ontwikkeld dan in Australië. Freek gaat om te beginnen op zoek naar de mierenegel. Zijn tong is lang en kleverig en uitstekend geschikt om mieren mee op te zuigen. Het is een eileggend zoogdier. Freek wordt op sleeptouw genomen door een onderzoeker die zijn leven aan dit bijzondere dier heeft gewijd. Het bekendste dier van Tasmanië is ongetwijfeld de Tasmaanse duivel. Een zeer agressief dier, waar nog maar weinig over bekend is. De duivels dreigen uit te sterven als gevolg van een mysterieuze vorm van kanker. Een samenwerkingsverband tussen de universiteit en wetenschappers moet de soort redden. Freek mag met hen mee op pad op zoek naar gezonde duivels op het eiland. Onderweg komt hij de Tasmaanse wombat tegen en een zwarte tijgerslang. Daarnaast vindt Freek één van de interessantste dieren van Australië in het wild: het vogelbekdier. Hij vertelt over de idiote combinatie van lichaamsdelen: een snavel, een zachte vacht en een beverstaart. De zoektocht naar de duivels heeft uiteindelijk succes. Freek en de onderzoekers slagen erin een Tasmaanse duivel te vangen. Ze onderzoeken hem op sporen van de ziekte. Na het onderzoek laten ze de duivel weer vrij.