De reis voert per vrachttrein van Dimona, in de Negev-woestijn, naar Beersjeewa en vanaf daar met een passagierstrein via o.a. Lod en Bethlehem naar het eindpunt Nassariyah, een Israëlische grensplaats vlak voor Libanon. Aan de orde komt o.a.: de grens tussen Jordanië en Israël bij Eilat; het belang van optimisme bij het zoeken naar een oplossing voor de problemen in het Midden-Oosten; hoop voor de toekomst; de kloof tussen Palestijnen en Joden Israël; de plaats Beersjeewa; de angst en het onbegrip van buitenstaanders voor de situatie in Israël; het leren leven zonder angst voor aanslagen en terrorisme; vrede; de Intifadah; het gezegde "oog om oog, tand om tand"; de Arabische bedoeïenen die door de Joden van hun land verdreven zijn in 1951; de 80.000 bedoeïenen die in Israël leven; de plaats Lod en haar inwoners; het belang van communicatie; het geweld in de stad Bethlehem, de geboorteplaats van Jezus; de hachelijke positie van Palestijnse christenen, die vaak Amerikaanse voorouders hebben; de heilige betekenis van het land Israël voor veel Joden; orthodox joodse kolonisten; de holocaust; het wantrouwen van Joden jegens Arabieren; immigranten van overal ter wereld die naar Israël zijn gekomen; de miljoenen mensen die vinden dat Israël vernietigd moet worden en geen bestaansrecht heeft; de gewildheid van het grondgebied van het land Israël.