Samen met drie jonge, opgewekte kerels trekt Annemie naar het centrum van Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Op het eerste gezicht ziet de stad er schoon en rustig uit. Dat is te danken aan de frequente schoonmaakacties, waarbij de straatkinderen met vrachtwagens worden opgeladen, en gedropt in de beruchte kindergevangenis van Kampiringisa.Deze plek is een gruwelijk oord vol ongedierte, ziekte, foltering, misbruik en geweld.