De Wandeling van René Bastiaanse door Hilvarenbeek begint bij een kapel die na de Tweede Wereldoorlog herbouwd is. Hij wandelt over de Vrijthof en toont de kerktoren als voorbeeld van Kempisch Gothiek. René offert een worst bij het beeld van de heilige Clara. Hij beklimt de toren en toont de klokken en de klokkenstoel. Cameraman Leon speelt op het carillon, waarna hij vast komt te zitten tussen de trap en het houtwerk van de toren. Vanaf de toren zijn er fraaie plaatjes van het dorp te zien. Daarna bezoekt René nog een museum waarin een oud geraamte wordt tentoongesteld. De wandeling eindigt bij de buste van professor Asselberg oftewel Anton van Duinkerken.