Een middeleeuwse stad in Vlaanderen omstreeks 1350. De eerste tekenen van de pest zijn zichtbaar. Een veertienjarig meisje, Lyntje, is op de vlucht en vraagt asiel in een klooster. Ze wordt ervan beschuldigd een kostbaar sieraad te hebben gestolen. In dit klooster met z'n hospitium, de apotheek en het scriptorium wordt Lyntje ondervraagd. Zal ze mogen blijven?
De kasteelheer verleent gratie aan Geerten, die bij deze gelegenheid het huwelijk aankondigt van zijn zoon Godfried met de Vlaamse Lidewey. Het hele dorp moet diensten verrichten voor het feest. Lidewey verstopt het gestolen sieraad in de amulet van Lyntje. Als Lyntje van diefstal wordt beschuldigd gaat ze op zoek naar Godfried.