Het idee voor de documentairefilm ‘De Kolonie’ lag al jaren ergens diep in een lade van mijn bureau. Omdat het me bleef bezighouden, schreef ik uiteindelijk een dossier voor de reeks Hedendaagse Taboes. En dat dossier begon met deze paragraaf:
Ik wil een film maken over een bushokje.
Een ogenschijnlijk banaal bushokje in een natuurgebied van 600 hectare, in the-middle-of-nowhere, in de Kempense gemeente Merksplas. In dat natuurgebied, bekend als De Kolonie, ligt de gevangenis van Merksplas.
In het bushokje ontmoet ik moeders, vaders, vrouwen en kinderen van gevangenen nadat ze in de gevangenis op bezoek zijn geweest. Hier vertellen ze, in afwachting van de komst van de bus en de vrijlating van hun dierbare, over de mate waarin gevangenschap een taboe is en hun leven kleurt. Alle aanwezigen in dit kleine plexiglazen hokje weten van elkaar waarom ze hier staan, ze zitten in hetzelfde schuitje en net daarom wordt niemand hier veroordeeld.
We zijn nu een jaar verder, de film is gemaakt. Morgen sneuvelen de laatste overtollige minuten in de montage. Laat ik u meteen gerust stellen: de film gaat nog steeds over bushalte ‘de kolonie’. En dat hedendaags taboe dat er op rust, heb ik aan den lijve ondervonden, want maandenlang vond ik geen dooie hond bereid om aan mijn film mee te werken. Nee serieus. Ik heb met tientallen moeders, partners, kinderen van gedetineerden en geïnterneerden gesproken. Warme gesprekken, dat wel. Maar meewerken was een brug te ver.
“Mijn moeder weet niet dat ik naar hier kom.”
“Ik poets bij mensen. Die zijn rijk en die weten niet dat mijn man in de gevangenis zit. Ik zou mijn job kunnen verliezen.”
“Wanneer flikkeren jullie eindelijk op met die camera?”
Na vijf maanden wanhopig bivakkeren in de bushalte stonden ze daar plots, op een koude zaterdagochtend in februari : StefaanLemaire en Arlette Mortier, uit Gent. Zoals de meeste gevangenisbezoekers in Merksplas hadden ze ook weer net de bus gemist. (Het be